Ni Hao Woutje in China

Featuring Lake McKenzie, the SS Maheno shipwreck and… jumping fish

Featuring Lake McKenzie, the SS Maheno shipwreck and… jumping fish

Na de Gold Coast pakte ik een keer niet het vliegtuig naar mijn volgende bestemming (Hervey Bay), maar de bekende Greyhound bus. Het is namelijk niet zo ver vanaf de Gold Goast naar Hervey Bay dus was de Greyhound bus een stuk makkelijker (let er wel op dat het voor Australië niet ver was. Als ik dit in Europa zou rijden dan was ik zo vanaf Eindhoven in Zuid-Frankrijk uitgekomen). Waarom ik naar Hervey Bay wilde gaan? Niet omdat het plaatste zelf zo bijzonder is (het is heel erg klein), maar omdat ik vanaf daar makkelijk een tour naar Fraser Island kon boeken en dat is wel zeker een eiland dat je gezien moet hebben als je in Australië bent. Het is namelijk een eiland dat geheel bestaat uit strandzand (geen normaal zand dus), maar waar je wel gewoon regenwouden kan vinden. Hoe vreemd is het dat er een heel regenwoud groeit op een grote zandduin. Nou wist ik dat nog allemaal niet toen ik besloot om naar Hervey Bay te gaan dus ik kan niet zeggen dat dat de echte rede was waarom in naar Fraser Island wilde gaan. De rede waarom ik echt besloot om daar naartoe te gaan (naast het feit dat het aangeraden werd door mijn Lonely Island reisgids),was dat mijn ouders daar ook zijn geweest en ik van mama had gehoord dat ze daar een meer hebben waar geen enkel leven in mogelijk was. Je kan zo veel water drinken als je wilt, maar het zal niks doen om je dorst te lessen. Een dood meer? Dat moest ik natuurlijk zien. Op naar Hervey Bay dus.

Tot op de dag van vandaag begrijp ik nog steeds niet hoe ik de naam van dat plaatsje moet uitspreken. Het heet toch echt Hervey Bay, maar waarom iedereen dan de hele tijd Harvey Bay? Geen idee. Uiteindelijk heb ik me er ondanks mijn koppigheid maar bij neergelegd en ben ik ook maar “Harvey Bay” gaan zeggen.

Dit was de eerste keer dat ik met Greyhound zou reizen dus ik was best wel benieuwd hoe het zou zijn aangezien de meeste mensen juist altijd met Greyhound reizen (in plaats van met het vliegtuig zoals ik met al mijn luxe heb gedaan). Ik ben altijd wel iemand die het geen probleem vind om voor een lange tijd in de bus te moeten zitten (ik heb per slot van rekening een keer 24 uur in de bus naar Rome gezeten. Geen probleem!), maar zelfs voor mensen die niet zo van busreizen houden is de Greyhound bus nog te doen. Ik had geluk dat mijn hostel in de Gold Coast heel erg dicht bij het centrale busstation van de Greyhound lag dus ik hoefde verder niet al te moeilijk te doen. Vanaf de Gold Coast zou ik eerst in een klein busje naar Brisbane worden gebracht waar ik dan een uur moest wachten op de bus die me naar Hervey Bay zou brengen. Met het kleine busje was al niks mis, maar de grote bus is nog comfortabeler dan een vliegtuig. In mijn geval zaten er niet zo veel mensen in de bus dus ik hoefde niet naast iemand te zitten wat sowieso al fijn was, maar zelfs al had ik naast iemand moeten zitten dan was het nog steeds beter reizen dan in een vliegtuig. Waarom zou je je afvragen? Ten eerste heb je een stuk meer beenruimte dan in het vliegtuig wat voor mensen die niet zo goed stil kunnen zitten als ik heerlijk moet zijn. Je hebt gewoon een wc achterin de bus en er is ook een machine waar je water kan halen. Daarnaast kunnen je stoelen heerlijk ver naar achteren en heb je voor elke stoel een stopcontact voor een usb draad. Het beste heb ik natuurlijk voor het laatste bewaard en dat is dat je in de hele bus gratis wifi hebt. Ik begrijp niet waarom je in zo veel hostels problemen moet hebben met je wifi terwijl het verder geen probleem is om wifi in een bus te hebben.

Al met al heb ik heerlijk van mijn bustripje genoten en voordat ik het wist was ik alweer in Hervey Bay aangekomen waar een shuttlebusje me naar het hostel zou brengen. Het eerste wat ik dacht toen ik met dat busje door het dorp reed? Oh mijn God waar ben ik nu weer uitgekomen. Niet dat het een verschrikkelijk dorp is (het deed me een beetje denken aan een Amerikaans dorp die je in films ziet), maar dit was de eerste keer in zes maanden dat ik niet in een grote stad was. Ga maar na. Eerst was ik in Beijing, daarna Sydney, Melbourne en de Gold Coast. Allemaal echte steden met een hoop mensen en hoge gebouwen. Dit was vergeleken met die steden een boerengat wat me een licht gevoel van paniek bezorgde. Grote steden geven mij een soort gevoel van zekerheid. Zo kan je bijvoorbeeld altijd met het grootste gemak een taxi vinden als je een keer verdwaalt, maar dat was natuurlijk niet iets wat ik in Hervey Bay kon doen. Nou is het haast onmogelijk om in zo’n klein dorp te verdwalen en ik had nog altijd mijn mobiel met mijn geliefde Googlemaps, maar het was nog steeds vreemd om niet omgeven te zijn door duizenden mensen en hoge gebouwen.

Nadat ik over mijn eerste shock heen was, heb ik verder wel van Hervey Bay kunnen genieten en ik heb er dan ook wel een aantal dagen gezeten ondanks het feit dat ik maar een echte dag nodig had om naar Fraser Island te gaan.

Het hostel leek een beetje op een klein bungalow park met een hoop plekken waar je buiten kon zitten of hangen (in een hangmat natuurlijk). De wifi werkte een stuk beter dan in mijn vorige hostel, maar deze keer had ik geen onbeperkte wifi, maar kreeg ik een wachtwoord dat goed was voor maar 500 MB. Nou zegt dit me eerlijk gezegd heel weinig, maar ik begreep wel dat ik met deze hoeveelheid MB niet zomaar een hoop filmpjes op youtube kon gaan bekijken. Nou heb ik met al mijn charme er nog een hoop extra MB bij weten te krijgen (ik wilde skypen met Aleid dus ik had wel extra nodig). De eerste avond sliep ik alleen op de kamer met twee andere jongens wat in het begin best wel vreemd was. Vaak zit ik juist op een kamer met alleen maar meisjes, maar dit is natuurlijk wat je krijgt als je de allergoedkoopste kamer neemt. Niet dat ik er verder last van heb aangezien ik onderhand in staat ben om overal in slaap te vallen (een zeer handige eigenschap).

Naast de toer naar Fraser Island waar ik later nog wel op terug zal komen, heb ik niet zo veel uitgevreten in Hervey Bay. Ik heb wat rondgelopen, ben aangevallen door legers aan muggen die volgens mij op mijn dood uit waren, heb gezwommen in de zee de springende vissen gezien waar ik het in een eerder stuk over had. Een van de redenen waarom ik het daar zo lekker vond en waarom ik er dus zo lang heb blijven treuzelen was de zee die daar zo lekker was. Doordat Hervey Bay in de schaduw ligt van Fraser Island lijkt de zee eerder op een belachelijk groot meer, maar dan lekkerder omdat ik er niet van hou om in meren te zwemmen. Het is en blijft ondanks het gebrek aan golven natuurlijk een zee dus er zijn niet zo veel planten en het werd niet zo snel diep waardoor het water een heerlijke temperatuur had. Het enige moeilijke was natuurlijk dat ik alleen was en dat ik een beetje paranoïde ben als het aankomt op mijn spullen alleen op het strand achterlaten dus ik durfde het niet aan om waardevolle spullen mee te nemen. Normaal zou dat niet zo’n groot probleem zijn, omdat ik een boek heb om mezelf uren mee te vermaken, maar nu zijn zelfs mijn boeken waardevol, omdat ik een ereader heb. Ondanks dat ik heel erg ontspannen kan ogen, omdat ik er geen probleem mee heb om een hele dag alleen maar te zitten, betekend dat niet dat ik heel erg goed ben in niks doen. Lichamelijk kan ik heel lang weinig doen, maar mentaal moet ik continue bezig zijn. Als ik dus alleen maar op het strand in de zon moet liggen, begin ik me na een half uur al te vervelen en heb ik het gevoel dat ik er op zijn minst al twee uur moet liggen. Gelukkig voor mij was het strand heel erg dicht bij mijn hostel dus was het geen probleem om soms even snel naar het strand te gaan om wat te zwemmen om daarna weer terug te gaan. Zo heb ik dus toch lekker van het strand en de zee kunnen genieten totdat er vissen uit de zee begonnen te springen op mijn laatste dag en ik het verder wel mooi vond.

Springend vissen waren niet de enige dieren die ik in Harvey Bay heb gezien. Doordat je op zo veel plekken buiten kon zitten in mijn hostel, stikte het er natuurlijk van de insecten en hagedissen. Zolang ze op een afstandje blijven vind ik het verder geen probleem (hagedissen die over mijn voeten lopen zoals ze een keer in Spanje deden is dus niet wenselijk), maar toch is het vreemd als je gewoon ontspannen buiten zit en je opeens een knalgroene hagedis midden op de muur ziet zitten. In de keuken hingen ook een hoop borden dat het belangrijk was dat je geen etensresten achter liet en dat je al je eten goed moest opbergen, omdat er anders een of ander knaagdier ’s nachts de keuken in zou sluipen. Niet dat ik in Hervey Bay zo veel bijzondere dingen heb gegeten. Ik zat voornamelijk aan het brood met pindakaas, de te lekkere Tim Tams en Engelse paasbroodjes (natuurlijk niet zo lekker als het Nederlandse paasbrood, maar het voldeed).

Op een avond heb ik nog gezellig met Aleid geskypt om haar te helpen met Max Havelaar waar ze over wilde praten op haar mondeling. Een lastig boek om uit te leggen over skype met een slechte verbinding, maar we hebben er uiteindelijk nog iets van weten te maken en hoe langer en langer ik over het boek praatte, hoe enthousiaster ik werd en hoe meer details er naar boven kwamen. Ik hou van boeken en dit was een van die zeldzame momenten waar ik zonder mensen te vervelen voor een lange tijd over een boek kon praten dus ik was weer helemaal gelukkig.

En dan zijn we nu eindelijk op het punt in het verhaal aangekomen om het over het mysterieuze Fraser Island te gaan hebben. De tour kon ik verder gemakkelijk in het hostel boeken dus daar hoefde ik gelukkig niet moeilijk voor te doen. De enige twee vragen die ik moest beantwoorden was wanneer en hoe lang. Ik had het de hele tijd leuk over een dagje Fraser Island gehad, maar blijkbaar ging het grootste gedeelte van de mensen niet een, maar wel twee of drie dagen. Dat klonk natuurlijk allemaal leuk en aardig, maar een dag tour kostte al een klein fortuin en ik wilde graag nog een tour in the Great Barrier Reef doen dus besloot ik mijn originele plan maar te volgen en gewoon een dag te gaan. De tour zelf was verder perfect geregeld. Ik werd in de ochtend (om kwart over 7 om precies te zijn) opgehaald bij mijn hostel en naar de haven gebracht waar we met de ferry naar de oversteek naar Fraser Island zouden maken. Aangekomen op Fraser Island moesten we onze bus vinden waarna we al snel op weg waren. Nou was dit geen normale stadsbus en dat was maar goed ook. De enige geasfalteerde weg die ik op het eiland heb gezien was binnen de hekken van het resort, maar daar buiten was het een grote achtbaan. Hobbelend en bobbelend wist onze jeepachtige bus zich een weg te banen over de “wegen” die compleet bestonden uit strandzand. Dit is eiland is zeker niet aan te raden voor mensen die snel wagenziek worden, omdat deze zandwegen de enige manier zijn om van A naar B te komen of je nou zelf rijdt of in een bus zit. Ik zag er de lol eigenlijk wel van in. Als eerste maakte we een stop midden in het regenwoud waar we een half uur tot een uur zouden gaan wandelen. We hebben een tijdje een zoetwater rivier gevolgd die zo schoon was dat je het water niet zag en als je het fotografeerde leek het net alsof je een foto van een zandpad had gemaakt. Het mooie aan Fraser Island is de hoeveelheid aan rivieren en meren die het meest schone en zuivere water hebben dat ik ooit heb gezien en dat allemaal door Fraser Islands natuurlijke zuiversysteem, namelijk al het strandzand. Wat wij in Nederland met ons drinkwater doen om het te zuiveren door het door de duinen te laten filteren doet dit eiland natuurlijk. Na de wandeling waar de gids ons op een paar bijzondere planten wees en we een paar hagedissen hadden gezien, gingen we weer op pad. De gids vertelde ons dat er een goede kans was dat we een paar dingo’s te zien zouden krijgen. Nou is dat helaas niet gebeurd, maar dat ze wel op het eiland leven was wel duidelijk door alle waarschuwingsborden die overal stonden (zelfs in de wc zodat je zelfs dan je “wat-te-doen-als-je-een-dingo-tegenkomt” kennis kon opfrissen). Laat je kinderen niet alleen, zorg dat je al je eten in een dingoveilige container hebt zitten, want het zijn slimme beesten die heel goed in staat zijn om normale containers open te maken. Omdat Fraser Island een beschermd park is zijn ze heel erg serieus met alle maatregelen en het is dan ook echt niet toegestaan om de dingo’s te voeren, etc.’

De tweede stop op de agenda was een oud schipwrak dat op het strand lag. We verlieten de bossen om uit te komen op het strand waar de bus lekker met 80 km/h overheen scheurde voor een half uur tot een uur. Het schipwrak was natuurlijk prachtig. De gids vertelde ons nog dat als je eroverheen vloog je enkele gaten in het wrak kon zien, omdat de Australiërs het wrak (volgens mij tijdens de Tweede Wereld oorlog) gebruikte als schietschijf voor hun bommen. Ja, je moet ergens op testen of je bommen zijn doel wel kunnen raken, maar zoiets hou je nu niet meer voor mogelijk. Als je wilt kon je vanaf hier in een klein vliegtuigje stappen om dat een vlucht over het eiland te maken, maar dat vond ik allemaal maar een beetje duur dus heb ik dat maar niet gedaan.

Na het schipwrak gingen we op weg naar “the Rainbow beach.” Als je mij verteld dat we naar een regenboog strand gaan dan verwacht ik een strand met wit, geel, roze en rood zand. Misschien geen blauw of groen zand, maar op zijn minst rood en roze. Toen we dus aankwamen op dit “Rainbow beach” was ik dus een beetje teleurgesteld toen ik zag dat het niks anders was dan een aantal muren van zand die bestonden uit verschillende geel en oranje tinten. Niks roze en rood!. Het was nog steeds mooi, maar ik vind dat ze er een andere naam maar voor moeten bedenken, want je zou toch op zijn minst een paar kleuren meer verwachten. Een paar foto’s hier en daarna waarna we een tijdje moesten wachten op alle mensen die wel hadden besloten om een vliegtour te maken. Toen de groep eenmaal weer compleet was, was het tijd om nog naar een andere plek te gaan voordat we zouden stoppen voor lunch. Eli creek was in een woord prachtig. We konden via steigers een tijdje de rivier tegen de stroming in volgen om er dan op een punt in te gaan. Met andere tours had je de mogelijkheid om op zwembanden de rivier af te dobberen, maar ik moest gewoon de rivier doorbaden. Het was zo mooi om door dit heldere water te lopen omgeven door bossen en als je even niemand meer zag was het zo vredig.

Na een drukke ochtend was het eindelijk tijd voor een heus lunchbuffet in een van de resorts. Ik had een vermoedde dat dit misschien wel een van de redenen kon zijn wat de tour zo duur maakte dus ik had hoge verwachtingen. Helaas was het een grote teleurstelling. Niet dat het eten niet lekker was, maar ze hadden gewoon niet de dingen die ik op een lunchbuffet wil (waarschijnlijk omdat die dingen niet “bijzonder” genoeg zijn). Waar was de pindakaas, de jam, de chocoladepasta? Dat ze geen hagelslag zouden hebben begreep ik nog wel, maar in mijn hoofd is lunch een hoop brood (wat ben ik toch lekker Nederlands). Dit was maar weer een goede herinnering dat ook al lijkt Australië meer op Nederland dan China, het heeft nog steeds andere eetgewoontes. Ze hadden natuurlijk wel kleine broodjes met het enige wat je daar op kon doen was ham of kaas… juist de twee dingen die ik niet lekker vind op mijn brood. Wat hadden ze dan wel? Pasta, rijst, vis, vlees, boerenomelet, noem maar op. Maar voor een boterham met pindakaas was het natuurlijk een te sjiek restaurant. Ik had gewoon een ontbijtbuffet daar moeten nemen, want ik probeer in deze vijf weken tegelijkertijd met zes maanden zonder brood in te halen en me voor te bereiden op de komende drie maanden weer zonder brood. Na deze teleurstelling vond ik dat ik wel een ijsje verdient had (die me gelukkig niet teleurstelde) en met een volle buik was het weer tijd om naar onze laatste bestemming van de dag te gaan. Ik was op dat moment nogmaals dankbaar dat ik niet snel wagenziek word, omdat ze de slechtste weg natuurlijk hadden bewaard voor na de lunch als iedereen al een beetje misselijk was van al het eten.

‘Allemaal naar rechts leunen.’ riep de gids/chauffeur ergens onderweg. Iedereen wist niet of hij nou een grapje maakte of het serieus bedoelde. Nou zat ik gelukkig aan het rechterraam dus ik kon gemakkelijk naar rechts leunen zonder dat het opviel, maar de rest van de bus wist niet zo goed wat die moest doen. De gids was dus wel dergelijk serieus, omdat we anders een bepaalde bocht niet konden nemen zonder om te kukelen. Gelukkig hebben we het overleefd ondank dat de helft van de bus gewoon recht bleef zitten.

Het mooiste hadden ze natuurlijk voor het laatst bewaard en dat was het bekende Lake McKenzie, een zoetwater meer met water dat net zo helder was als dat in de rivieren. De samenstelling van het water was ook bijzonder, omdat het een lagere pH heeft dan normaal water. Hierdoor is het water een stuk zoeter en is het heel erg goed voor je haar, huid etc. Neem eens in de zoveel tijd een duik in Lake McKenzie en je gaat er vanzelf jaren jonger uit zien. Of dat laatste waar is weet ik natuurlijk niet, maar het zorgde er inderdaad wel voor dat je huid heel erg zacht ging aanvoelen. We hebben daar een hele tijd gezeten en ik heb de helft van de tijd daarvan zwemmend in het meer doorgebracht genietend van het helderblauwe water en witte strand. Het leek net alsof er een foto gefotoshopt en al tot leven was gekomen. Het water was zo helder dat je gewoon met ogen open onderwater kon zwemmen zonder dat het aan je ogen prikte. Ik zou wel pagina’s kunnen schrijven over dit wonderbaarlijke meer, maar ik denk dat ik veel beter kan zeggen dat ik jullie allemaal aanraad om Lake McKenzie een keer te bezoeken.

Voordat ik het wist was de tour alweer tot zijn einde gekomen en waren we weer op weg naar de ferry die ons terug naar het vaste land zou brengen. Het was een wonderbaarlijke dag, maar het enige jammere is dat ik dat “dode” meer niet te zien heb gekregen (de rede waarom ik na Fraser Island was gekomen). Niet dat de dag er daardoor minder op was geworden, maar ik had het toch graag een keer gezien. Op een meerdaagse tour heb ik het ook niet op de agenda zien staan en toen ik het later aan mama vroeg zei ze dat ze het misschien alleen vanuit een vliegtuig hadden gezien (had ik toch die vliegtour moeten doen).

Helemaal gesloopt werd ik weer in mijn hostel afgezet waar ik nog snel de volgende Greyhound bus moest boeken, omdat ik er eindelijk een beetje uit was wat ik na Fraser Island wilde toen. Het liefst wilde ik naar Cairns gaan, maar de weersverwachtingen zagen er nog steeds niet zo goed uit. Mijn plan B was om naar dit kleine plaatsje Agnes Waters te gaan wat op het meest zuidelijke puntje van the Great Barrier Reef ligt. Ik hoopte dat ik vanuit daar nog in staat zou zijn om nog een tour naar het rif te doen.

Dus de volgende dag verliet ik na al die dagen Hervey Bay (wat ondanks dat het een dorp was heel erg goed was bevallen) en stapte ik op een volgende Greyhound bus naar Agnes Waters. Als ik dacht dan Hervey Bay al een boerengat was dan had ik duidelijk Agnes Waters nog niet gezien. Ik had geboekt voor drie nachten. Nacht een voor de dag waarop ik aan zou komen, nacht twee nadat ik een tour naar the Great Barrier Reef had kunnen boeken en nacht drie om na de tour nog een nachtje te slapen voordat ik door zou trekken.

Het was in het kort een grote verschikking (niet dat ik het hostel uit ben geweest, maar dan nog). Het hostel zelf was prima. Er was een hele bak vol brood dat je gratis mocht pakken en in de ochtend had je gratis ontbijt. Het enige waar ik een probleem mee had waren de medewerkers. Zoals ik in the Gold Coast al had ontdekt is het heel erg normaal dat backpackers in een hostel werken voor een tijdje en dat was hier dan ook het geval. Wat je daardoor wel kreeg was dat het allemaal niet zo serieus was en dat als je iets vroeg ze het zelf ook niet zo goed wisten (vooral achter de receptie). Dit was een probleem, omdat ik er op mijn eerste dag achter kwam dat het weer in Cairns helemaal niet zo slecht zou zijn. Het was niet moeilijk om een dag eerder te kunnen vertrekken (ik kreeg zelfs mijn geld terug), maar het was wel een probleem om uit dit boerengat te komen. Ik had twee opties en dat was een om op een Greyhound bus te stappen naar Cairns (wat wel 26 uur zou duren) of ergens een vliegveld zien te vinden om dan het vliegtuig te kunnen pakken. Beide opties waren niet gemakkelijk, omdat alle bussen vanuit Agnes Waters naar Cairns voor de volgende dag al volgeboekt waren dus zou ik eerst een stukje terug naar het zuiden moeten reizen naar Gundaberg om vanuit daaruit de bus te nemen. Optie twee vliegen was nog meer gepuzzel. Na een hoop gegoogle kwam ik er uiteindelijk achter dat een van de wat duurdere vliegtuigmaatschappijen een verbinding vanuit Gundaberg naar Cairns had. Ik zou dan wel eerst een heel stuk verder naar het zuiden vliegen (naar Brisbane) om van daaruit naar Cairns te vliegen. Qua kosten kwamen ze ongeveer op hetzelfde uit dus ik moest de keuze maken gebaseerd op welke het makkelijkste zou zijn. Theoretisch gezien zou de bus makkelijk zijn, omdat ik dan niet moeilijk een taxi zou hoeven regelen vanaf het busstation naar het vliegtuig en ik geen rekening hoefde te houden met het gewicht van mijn bagage. Vliegen was echter natuurlijk een stuk sneller. Nadat ik mijn noodlijn weer had gebruikt (aka papa) besloot ik toch om het vliegtuig te nemen hopende dat het makkelijk zou zijn om aan een taxi te komen in Gundaberg. Het was natuurlijk niet zo makkelijk als het in Beijing is om een taxi te krijgen (je steekt gewoon je hand op en iemand stopt wel), maar een mevrouw die op het busstation werkte, gaf me een nummer waarmee ik een taxi kon bestellen. Al met al gelukkig een stuk minder gedoe dan ik had verwacht en diezelfde avond stond ik om half 11 ’s avonds alweer op het vliegveld in Cairns. Eindelijk was ik dan toch in Cairns aangekomen.

Not surfing in Surfers Paradise

Not surfing in Surfers Paradise

Na Melbourne was het weer tijd om op mijn eigen benen te gaan staan. Maar oorspronkelijke plan was om na Melbourne naar Cairns te vliegen (een populaire stad die iets meer in het noorden ligt), omdat je vanaf daar heel gemakkelijk het Great Barrier Reef kan bezoeken, wat natuurlijk een must do is als je naar de Eastcoast van Australië gaat. Het enige probleem was het weer. Na mijn tijd in Beijing was ik de betekenis van regen een beetje gaan vergeten dus het idee dat het ergens slecht weer kon zijn, was niet in me opgekomen. Toen ik hoorde dat er een cycloonwaarschuwing was, moest ik mijn plannen toch maar aanpassen. Naast Cairns was de Gold Coast een van de plekken waar ik sowieso naartoe wilde gaan. Niet omdat de stranden daar zo mooi zijn of omdat je daar geweldig kan shoppen, maar omdat ik heel erg graag naar Seaworld wilde gaan (een heel groot dolfinarium met ook allemaal attracties). Een ding dat ik met mezelf had afgesproken voordat ik naar Australie ging, was dat ik zo veel mogelijk dolfijnen wilde zien dus nadat ik wilde dolfijnen in Melbourne had gezien, was het tijd om prachtige dolfijnenshows te zien in Surfers Paradise, Gold Coast. In het begin dacht ik dat Surfers Paradise maar een bijnaam was, maar het is dus werkelijk de naam van een deel van de stad. “Ik ben in Surfers Paradise geweest.” Klinkt wel mooi toch? Nou begon met verblijf in de Gold Coast helaas met een kleine tegenvaller meteen toen ik erachter kwam dat er een wieltje van mijn koffer afgebroken was. Je zou zeggen dat drie wieltjes net zo goed is als vier (dat dacht ik in ieder geval), maar daar vergis je je lelijk in. Vooral als je zo’n zware koffer als ik heb dan kan ik jullie vertellen dat je alle vier de wieltjes nodig wilt je ervoor kunnen zorgen dat de hele koffer in balans blijft. Ik weet dat ik toen ik die koffer in China kocht heel stoer zei dat het geen goede koffer hoefde te zijn, omdat die het maar vijf weken hoefde vol te houden. Nou bedoelde ik dat ten eerste niet zo letterlijk en ten tweede waren er nog geen drie weken om dus had de koffer geen enkel recht om uit elkaar te beginnen te vallen. Het heeft me een tijde geduurd, maar uiteindelijk had ik een hele techniek ontwikkeld waarop je de koffer moest trekken. Helaas was ik de enige die van deze techniek op de hoogte was dus telkens als iemand zeer vriendelijk aanbood om mijn koffer over te nemen, moest ik hem toch telkens weer overnemen nadat ik hun geklungel niet langer aan kon zien. De gehandicapte koffer was een van de reden waarom ik besloot om lekker een iets duurdere shuttle direct naar mijn hostel te nemen. Dat en het feit dat ik geen zin had in een herhaling van Sydney waar ik er achter moest komen dat een kwartier met je koffer lopen toch best wel zwaar is. Helaas had ik in het hostel een kamer op de eerste verdieping (tweede verdieping als je in China was) dus ik moest ongeveer 25 kg de trap op sjouwen. Dit ging echter soepeler dan ik had verwacht en een van de medewerksters die me de kamer liet zien, complimenteerde me nog en opperde dat ik dat vast vaker gedaan moest hebben (uhm nee…normaal nemen mensen de koffer vaak van me over en hoef ik helemaal niks te dragen).

Het hostel was niet al te bijzonder, maar ik had hem speciaal uitgezocht omdat het een “rustig” hostel zou zijn. De meeste mensen die naar de Gold Coast gaan die gaan er namelijk naar toe om te winkelen, ’s avonds feest te vieren en naar de pretparken te gaan. En daar kwam ik dan aan met als enige rede dat ik naar Seaworld wilde gaan. Het is maar goed dat ik alleen reisde, want hierdoor heb ik alleen maar dingen gedaan die ik wilde. Het hostel was inderdaad een rustig hostel dus ik zou er zo weer naartoe gaan. Het enige irritante was de wifi die voor geen meter werkte en dat nadat ik in Melbourne zo verwend was met een vlekkeloos werkende wifi. Natuurlijk is een paar dagen met een waardeloze wifi niet zo erg, maar er waren ook mensen die daar meerdere weken verbleven. Ik had namelijk twee meisjes bij mij op de kamer zitten die in het hostel werkte. Dit is iets wat ik in de Gold Coast als eerste tegenkwam, maar ik heb het daarna in andere hostels ook nog gezien. Het is in hostels heel erg normaal om backpackers aan te nemen in ruil voor (gedeeltelijke) gratis accommodatie. Je maakt bijvoorbeeld een paar uurtjes per dag schoon en in ruil daarvoor hoef je niet voor je kamer te betalen. Dit is natuurlijk een goede deal, maar het dwingt je ook om voor meerdere weken op een plek te blijven zitten en ik weet niet of ik dat wel zou willen.

De Gold Coast deed me weer een beetje denken aan Sydney. Een voor mij perfecte combinatie tussen stad en strand. Het is zo gek, omdat ze hier nauwelijks duinen hebben dus de stad ligt recht aan het strand. Nou vind ik wel dat de stijl van de gebouwen bij het strand past. Wat ik hier vooral mee bedoel zijn de kleuren van de meeste gebouwen. Zelfs de grote gebouwen zijn of wit of gemaakt uit een zandkleurig tint. Ik kan daarom niet zeggen dat ik het lelijk vind om uitzicht te hebben op de stad als ik op het strand lig ook al is dat voor een hele hoop mensen een minpuntje. Ik vind het eigenlijk wel iets hebben.

Veel op het strand ben ik echter niet geweest. Ik had namelijk maar twee volle dagen in Surfers Paradise en daarvan ben ik meteen de eerste dag naar Seaworld geweest. Het park zou om 9:30 uur openen en ik was van plan om het meeste van mijn dag te maken (Seaworld is mooi, maar zeker niet goedkoop!) dus was het vroeg opstaan. Na me dik te hebben ingesmeerd met een laag zonnebrand en ik nog eens had gecontroleerd of ik mijn Chinese paraplu bij me had (waar heel typisch sneeuwvlokken en sneeuwpoppen op staan), was het tijd om op pad te gaan. Seaworld vinden was geen probleem aangezien er een bus rechtstreeks naartoe gaat. Ik moet zeggen dat ik er een mooie dag voor uitgekozen had, straks blauw en lekker warm. Zo heb ik de hele dag een beetje rondgeslenterd door Seaworld, ben ik naar alle shows geweest (en daar de dolfijnenshow zelfs twee keer), ben ik kletsnat uit een achtbaan gekomen en heb ik een zeester geaaid. Ik heb me zeker niet verveeld. Bij het zien van de dolfijnenshow kreeg ik de neiging om al mijn ambitieuze plannen voor de toekomst maar in het water te gooien en voor de rest van mijn leven in het dolfinarium te gaan werken als dolfijnentrainer. Wie heeft er een vijf jaar durende opleiding nodig als je ook gewoon elke dag mag zwemmen en mag werken met dolfijnen? Helaas ben ik een te verstandig mens dus gaan we volgend jaar toch maar gewoon netjes studeren en moet ik maar genoegen nemen met een paar van deze ervaringen.

De volgende dag had ik niet zo veel op de planning staan behalve lekker naar het strand gaan en uitvogelen wat ik na de Gold Coast zou gaan doen. Een hoop van mijn kamergenootjes waren onderhand alweer vertrokken dus ik verwachtte dat ik een lekkere rustige dag voor de boeg had. Wat ik niet had verwacht was dat mijn nieuwe kamergenootje een Nederlands meisje zou zijn. Dat was het moment waarop ik erachter kwam hoe onhandig ik met mijn Nederlands was geworden. In Melbourne sprak ik natuurlijk ook wel wat Nederlands met oom Koert, maar dat was eerder half Nederlands en half Engels waar ik zeer comfortabel mee was. Nu moest ik echter weer netjes Nederlands gaan praten en ik betrapte mezelf er meer en meer op dat ik iets zei in een zin volgorde die ik vorig jaar maar beter niet in mijn Nederlandse les kon zeggen. Ik kan me al helemaal mevrouw Brouwers (mijn Nederlandse lerares vorig jaar) voorstellen als ik zoiets zou zeggen. Het was een geweldig mens en een hele goede lerares, maar oh wee als je een hele domme taalfout maakte. Ik krijg er de kriebels van als ik er aan denk.

Naast mijn ongemakkelijkheid met mijn Nederlands was het wel leuk om weer met een Nederlands meisje om te kunnen gaan. We hebben wat door de stad rondgelopen en in wat winkeltjes gekeken, daarna heb ik de eerste fatsoenlijke maaltijd gegeten terwijl ik alleen rondreis. In de avond zijn we nog naar een marktje geweest op de boulevard wat heel erg gezellig was totdat het uit het niks kei hard begon te regenen en waaien. Het kwam letterlijk met bakken uit de hemel en je kon bijna niet meer tegen de wind inlopen zo hard waaide het (op dat moment had ik er wel spijt van gekregen dat ik een jurkje aanhad getrokken). Ik heb in tijden niet meer zo’n harde regenbui meegemaakt. Eenmaal weer thuis was het tijd om me voor te bereiden op de reis die me de volgende ochtend te wachten stond. Ik had namelijk een tijdje zitten na te denken of ik mijn verblijf niet met een extra dag zou verlengen, maar ik had toen toch zeer kort dag besloten om toch gewoon verder te trekken. Het volgende punt op de agenda was Hervey Bay, om vanuit daar een toer te kunnen boeken naar het bekende Fraser Island waar papa en mama op hun huwelijksreis ook geweest zijn. Dat moest ik natuurlijk te zien krijgen. Dus mijn koffer maar weer “netjes” ingepakt en op tijd naar bed, omdat mijn Greyhound bus de volgende dag om acht uur ’s ochtends zou vertrekken (een onmenselijke tijd, maar je mag niet te veel verwachten als je zo laat van te voren boekt).

Voordat we doorreizen naar Hervey Bay wil ik nog even iets zeggen over het leven in hostels. Op zich is het niet zo erg om een kamer te moeten delen met andere. Ja, de bedden kunnen soms hard zijn (gelukkig niet zoals de half stenen bedden in China) en ja de badkamers zijn niet altijd even schoon en de wifi kan waardeloos zijn, maar daar valt allemaal mee te leven vind ik. Het enige waar ik me echt aan heb geïrriteerd is het leven uit mijn koffer. Ik hou van organiseren vooral met mijn spullen (dit zou je misschien niet zeggen als mijn kamer een grote rotzooi is, maar hoe langer ik in China leef en hoe kleiner mijn persoonlijke leefruimte is, hoe netter ik word). Na een tijdje word je wel gek van het continue openmaken en sluiten van je koffer. Nou kan ik ook nog een beetje vergeetachtig zijn vooral in de ochtend dus telkens als ik mijn koffer net dichtgemaakt heb, kwam ik erachter dat ik nog iets anders nodig had en moest ik hem weer openmaken. Sommige mensen vragen zich misschien af hoe het is om te backpacken met een koffer in plaats van een rugzak zoals het officieel hoort. Beide hebben zijn voor- en zijn nadelen, maar aangezien ik maar voor zo’n “korte” (in Australische termen is het kort) ging reizen was een koffer wel zo makkelijk. Het is namelijk niet dat ik door de bushbush moest lopen om bij mijn accommodatie uit te komen. Australië is een goedontwikkeld land dus heb je gewoon overal wegen. Niet dat ik geen problemen heb gehad met mijn koffer (zoals jullie nu onderhand wel weten), maar het fijne aan een koffer is dat het een stuk makkelijker is om bij je spullen te komen. Het Nederlandse meisje had namelijk een rugzak en zij vertelde me dat ze de spullen die helemaal onderop lagen er sinds het begin van de reis niet meer uitgehaald had. Het fijne aan de koffer was, was dat ik er een slot op kon doen waardoor het meteen ook als een kluis diende. Ik heb gelukkig niet meegemaakt dat mijn dingen gestolen zijn, maar je moet er wel rekening mee houden dat het sommige wel overkomt. Het Nederlandse meisje was voor Australië in Thailand geweest waar haar vuile was gestolen was. De meeste backpackers zijn armzalige studenten dus waarom zou je niet iemands vuile was stelen? Wat extra kleren kan je altijd gebruiken (tenzij je koffer al 25 kg weegt en je bang bent dat je al je spullen straks niet meer mee terug gaat krijgen).

Weten jullie wat? Bij nader inzien denk ik dat het beter is om Hervey Bay voor het volgende stuk te laten voordat jullie zo veel moeten lezen dat je er speciaal tijd voor moet inplannen in je agenda. Ik zal proberen alles over mijn Australie reis zo snel mogelijk te schrijven zodat we daarna weer verder kunnen gaan met mijn huidige, zeer spannende leven op de universiteit in Beijing (eerlijk gezegd is het niet zo spannend, maar ik heb natuurlijk wel een hoop om over te schrijven).

Going further down under

Going further down under

Wat is het toch heerlijk dat het zo makkelijk is om te vliegen. Je stapt het vliegtuig in, bent eventjes in de lucht om voor je het weet het vliegtuig al weer uit te stappen op een hele andere plek dan waar je begonnen bent. Vliegen in Australië zelf is dan ook redelijk makkelijk, maar je moet wel goed oppassen als je je vlucht hier online boekt. Ik moet zeggen dat ze hier volgens mij een fortuin verdienen aan extra toeslagen op de vluchten ook al hoef je die dingen niet perse te betalen. Wat ze doen is er voor zorgen dat deze toeslagen (denk hieraan aan geld voor goede doelen die de luchtvaartmaatschappij steunt, stoeltoeslagen etc.) automatisch al aangevinkt zijn waardoor je een hoopt extra betaald als je niet oppast. Ik vind het uitermate irritant, omdat ik nu een hele rij af moet gaan om al die vinkjes weg te werken, omdat ik maar een armzalige student ben en dus geen geld wil besteden aan het kiezen van een stoel (het kan me geen ene moer schelen waar ik zit) of aan onbekende goede doelen. Daarnaast ben en blijf ik toch een Nederlander dus moet ik bekennen dat ik redelijk van mijn geld hou en het liever aan andere dingen besteed.

Dat Melbourne een andere stad is dan Sydney dat staat vast, maar dat komt waarschijnlijk ook omdat ik hier in een echt huis met mijn eigen kamer bij familie zat in plaats van in een kamer met een hoop vreemde mensen. Waar Sydney een grote stad was met een strandgevoel, vond ik Melbourne meer cultureel en onderverdeeld in een hele hoop gebieden die allemaal hun eigen sfeer en doel hadden. Wat ze in Melbourne namelijk wel slim hebben gedaan is alle theaters, concertgebouwen etc. bij elkaar te zetten. Hetzelfde hebben ze gedaan met een hoop sportstadiums en zelfs het centrum, de harde kern van Melbourne is zijn eigen kleine gebiedje. Ook qua weer verschillen de twee steden van elkaar. In Sydney is het weer redelijk constant. Is het warm? Dan kan je er van uit gaan dat het wel een tijdje warm gaat blijven. Melbourne is hier een stuk wisselvalliger mee en dat heb ik dan ook meegemaakt. Zat ik de ene dag nog lekker in een kort broekje in de stralende zon om de volgende dag met een lange broek en vest aan te zitten, omdat de temperatuur plotseling van 30 graden naar 18 graden is gezakt (nee, ik overdrijf niet. Dit gebeurd echt.) Volgens oom Koert kwam dit, omdat er tussen Melbourne en Antarctica niks meer ligt aan land. Als er dus een koufront vanuit het zuiden aankomt, is er niks om het tegen te houden waardoor de temperatuur heel erg kan schommelen. Alleen al om deze rede zeggen een hoop mensen uit Sydney dat ze nooit in Melbourne willen wonen en visa versa (dan hebben we het nog niet over de rivaliteit die er tussen deze twee grote steden bestaat). Ik kan begrijpen dat sommige mensen dit wisselvallige weer lekker kunnen vinden vooral midden in de zomer als het meerdere dagen 40 graden kan zijn. Ik hou er echter van om te weten wat me te wachten staat zodat ik me niet elke dag hoef af te vragen of ik me nou te warm of te koud heb aangekleed (een van mijn eeuwige dilemma’s). Gelukkig heb ik niet echt slecht weer gehad op een storm na waar wij met zijn alle niks van hadden gemerkt om er de volgende dag achter te komen hoe veel schade het had aangericht. Hele bomen waren met wortel en al omgevallen, maar Woutje die sliep gewoon lekker hoor, dus merkte ze er niks van. Gelukkig kwam de storm pas laat op de dag, omdat ik die ochtend en middag nog gewoon lekker met dolfijnen en zeehonden heb gezwommen (hier kom ik later nog op terug).

Ik heb een hoop gezien en gedaan in Melbourne (wat ook wel mocht aangezien ik daar twee weken heb gezeten), maar tegelijkertijd heb ik ook een paar heerlijke luie dagen gehad. Het lekkerste was om voor het eerst in zes maanden weer bij familie te zijn, iets waarvan ik pas merkte dat ik het heb gemist toen ik het weer even kon ervaren. Het zijn de simpelste dingen die je mist, omdat het vooral de simpelheid van het familiezijn mist als je weg bent. Zo vond ik het bijvoorbeeld heerlijk om mijn eigen ontbijt te kunnen pakken wanneer ik wilde, lekker in de woonkamer op de bank te kunnen zitten en de ijskast open kon doen om te kijken wat ik eens zou gaan eten als ik een keer zin had in te snacken (nou geniet ik zo van al het eten dat ik in China heb moeten missen dat ik volgens mij constant aan het snacken was. Volgens mij probeer ik zes maanden in vijf weken in te halen. Geen goed idee, maar ach ja). Doordat ik werd herinnerd aan hoe het is om thuis te wonen, begon ik Nederland ondanks de wonderen van Australië toch meer en meer te missen. Hoe makkelijk zou het zijn om hierna gewoon het vliegtuig naar huis te nemen om daarna heerlijk thuis te kunnen zitten. Het was zo’n verleidelijk idee dat ik bijna begon te wensen dat het zou gebeuren ondanks het feit dat ik altijd tegen mensen zeg dat ze geen beslissingen moeten maken als ze heel erg emotioneel bent (verdrietig, boos, etc.), omdat je dan niet meer helder kan nadenken. Op zulke momenten sprak ik mezelf maar streng toe en vroeg ik mezelf wat ik dan in hemelsnaam al de maanden thuis zou gaan doen. Naast bijles geven had ik natuurlijk nog iets anders aan werk moeten doen. Zat ik er echt op de wachten om terug te gaan naar de Jumbo of om bij de AH achter de kassa terecht te komen? Er is natuurlijk niks mis met in een supermarkt werken, maar na twee jaar ben ik blij dat ik gestopt ben en ik ben dan ook niet van plan om ooit nog terug te gaan. Het was goed voor de tijd dat ik er werkte, maar verder nooit meer. Als ik me dan voorstelde hoe mijn maanden er in Nederland uit zouden zien, in mijn ogen een grote tijdverspilling, kon ik de dwaasheid van mijn wensen wel inzien, maar dat deed niks weg aan het feit dat ik Nederland nog steeds miste. Het hielp natuurlijk ook niet dat ik bij oom Koert en Adrienne poffertjes, peperkoek, gekookte aardappelen en groente kon eten, kortom “normaal eten”. Maar een van de dingen die ik misschien nog wel het ergst vond, was dat ik heel Aleid haar examenjaar nu zou missen. Ik zou er niet voor haar zijn om haar te helpen met het studeren van haar examens. Ik zou er niet zijn om haar te steunen en haar lekker te verwennen als de centraal examens eindelijk zouden beginnen. Ik zou er niet zijn om mijn ervaringen met haar te delen. Ik zou er niet zijn met het uitzoeken van haar gala jurk en ik zou haar gala missen. Ik mis waarschijnlijk zelfs haar diploma uitreiking. Zo veel belangrijke gebeurtenissen en ik ga ze allemaal missen, omdat ik zo nodig langer in Beijing moest blijven. Omdat ik me mezelf er niet toe kan verzetten om China eerder te verlaten dan noodzakelijk is. Dat ik al dit zou missen, was dan ook de eerste gedachte die ik had toen ik besloot om langer in Beijing te blijven en het is ook de rede die me het meest aan mijn besluit deed twijfelen. De tweede gedachte die ik had was dat ik straks ook het paasbrood zou missen waardoor ik het een heel jaar zonder paas- en kerstbrood heb moeten doen. Ondanks dat ik er thuis voor mijn kleine zusje wil zijn, wil ik juist ook een voorbeeld voor haar zijn. Ik wil haar laten zien dat als je echt iets wil, je iedereens twijfels als water van je af moet laten lopen en er gewoon voor moet zorgen dat je het waar maakt.

Een ander ding dat het idee van Nederland zo verleidelijk maakte, was het volgende: Nederland was makkelijk. Terug gaan naar Nederland was de simpele weg, terwijl ik voor China meer moeite moest doen en geloof me China maakte het me er niet makkelijker op. Ten eerste moest ik een nieuw visa voor China krijgen dus ging ik samen met oom Koert en Adrienne met een hoop papieren naar het Chinese consulaat in Melbourne. In Nederland ging de aanvraag voor mijn visa zo snel en gemakkelijk dat in hier in Australië niet anders verwachtte, maar wat had ik het mis. Een klein detail dat ik namelijk was vergeten, was dat ik in Nederland een heel reisschema had gehad. Toen ging ik nog werkelijk een tijdje de toerist spelen, maar deze keer had ik geen schema en kon ik ze maar een hotelboeking van een nacht laten zien. Allereerst moet ik al lang wachten voordat ik eindelijk aan de beurt was. Toen ik dan eindelijk aan de beurt was, deelde de medewerker in het hokje me mee dat ik me niet kon aanmelden voor een toeristenvisa, omdat je daarvoor moest kunnen bewijzen dat je op zijn minst voor 80% van je verblijf onderdak had. Daar stond ik dan met mijn hotelreservering voor een nacht. Gelukkig had papa via het reisbureau nog een nepticket kunnen regelen waardoor ik wel een vliegticket voor een terugreis ergens in april had. Dit vliegticket hadden we voor de zekerheid maar aangevraagd. Toen ik mijn visa in Nederland aanvroeg hadden we ook zo’n ticket voor mij, maar daar hebben ze nog geen seconde naar gekeken. Toen de vrouw achter de balie aan me vroeg wat ik in China ging doen, was het eerste wat ik zei dat ik vrienden in Beijing ging opzoeken. De mevrouw was heel behulpzaam en ze zei dat ik me wel voor een bezoekersvisa aan kon melden, maar dan had ik het adres van mijn vriendin nodig, een kopie van haar visa en een kopie van haar paspoort. Dingen die ik wel te pakken kon krijgen, omdat ik een vriendin in Beijing heb die haar eigen appartement heeft, maar die kon ik op dat moment niet meteen inleveren. Daarnaast sluit het consulaat om drie uur en mijn vriendin zat op school dus kon ik al die dingen nooit voor drie uur krijgen. Daarna hebben oom Koert en Adrienne me nog een toer door de stad gegeven, maar er zat niks anders op dan de volgende dag terug te gaan. Dat heb ik de volgende dag met oom Koert dan ook gedaan. Deze keer moest ik nog langer wachten dan de dag daarvoor, maar ik had als het goed was tenminste al mijn papieren. Dat dacht ik tenminste. De mevrouw die me die dag hielp was zo vriendelijk om me mee te delen dat ik nog een “Letter of invitation” nodig had die mijn vriendin in Beijing in had moeten vullen. Waarom ze me dat de dag ervoor niet hadden verteld is een raadsel. Gelukkig was ik zo slim geweest om mijn laptop mee te nemen. ‘Die krijgen me niet meer!’ dacht ik die ochtend toen ik mijn laptop in mijn tas inpakte. Het enige probleem was dat er geen printer was en geen wifi dus ik kon die brief stiekem zelf wel invullen (verder ben ik een heel braaf meisje hoor), maar ik kon hem niet in het consulaat zelf naar die mevrouw opsturen. Dus moesten we eerst naar een cafeetje waar ze wifi hebben zodat ik die verrekte brief op kon sturen. Er was echter nog een probleem en dat was dat ik die brief op mijn computer moest invullen en ik de handtekening van mijn vriendin nodig had. Ik had alleen maar de handtekening die op haar paspoort stond dus heb ik met mijn beste computervaardigheden die handtekening in dat bestand moeten zetten om er tegelijkertijd voor te zorgen dat het er niet al te vervalst uitzag (ik begin onderhand een meester crimineel te worden). Geloof me, dit was geen simpel knip en plak werk, omdat ik nu een Apple heb en als je niet weet hoe alles werk is er niks simpel. Uiteindelijk is het me toch gelukt en kon ik terug gaan naar het consulaat. Daar heb ik de niet netjes in de rij staan wachten, maar ben ik meteen naar de mevrouw toegelopen die me daarvoor had geholpen. Eindelijk was alles geregeld en kon mijn visa aangevraagd worden. Aangezien het vrijdag was, kon ik mijn visa pas op woensdag ophalen, omdat het twee werkdagen zou duren om mijn visa aan te vragen. Woensdag ben ik zelf met de trein en tram naar het consulaat gegaan, omdat ik oom Koert en Adrienne niet weer zo lang wilde laten wachten. Een verstandige beslissing, omdat het die woensdag om de een of andere rede zo druk was dat ik twee uur heb zitten wachten. Twee uur! Gelukkig neem ik mijn ereader op het moment overal mee naartoe dus heb ik me niet verveeld, maar ik kan me niet voorstellen hoe al die andere mensen het overleefd hebben aangezien ze de hele tijd niks aan het doen waren. Verschrikkelijk om twee uur lang alleen maar te zitten en niks te doen. Ik dank de goden voor het feit dat er verder niks mis is gegaan en dat ik die bewuste woensdag eindelijk mijn visa in handen had. Nou vragen sommige van jullie zich misschien af waarom ik me moest aanmelden voor een toeristen visa terwijl ik daar ga studeren. Dit komt, omdat ik zo nodig moest besluiten om door Australië te reizen. Aangezien ik deze vijf weken geen vast verblijfadres heb, kon de universiteit mijn aanmeldingspapieren nergens naartoe sturen. Deze papieren zou ik nodig hebben als ik me voor een ander visa zou willen aanmelden. Wat ik nu ga doen, is hetzelfde als wat ik de eerste keer heb gedaan. Ik ga met een “toeristenvisa” het land in en de school zorgt er dan voor dat mijn visa in China verandert wordt.

Nou hielden de moeilijkheden met China hier niet op. Ik stond nog steeds op de wachtlijst voor een kamer, maar het was dus nog niet bevestigt dat ik een kamer op de campus zou kunnen krijgen. Toen ik eindelijk weer een reactie kreeg, stond hun gebrekkige Engels weer in de weg. Meerdere keren had ik ze gezegd dat ik een gedeelde kamer wilde, omdat die de helft kost van een eigen kamer. Toch bleven de mensen het de universiteit het standvastig hebben over een enkele kamer met een badkamer. Uiteindelijk is het volgens mij toch wel duidelijk geworden, omdat ik ondertussen een kamer heb weten te bemachtigen (de meest kleine kamer volgens mij op de hele campus, maar ik zie later wel of ik naar een grotere kamer wil verhuizen aangezien het maar voor drie maanden is). Maar de hele tijd dat ik in Melbourne was had ik echter nog steeds geen verblijfplaats in China wat op sommige mensen een best wel stressvolle gedachte was. Gelukkig is alles uiteindelijk toch goed gekomen en ik hoop dat ik verder ook op geen andere problemen ga stuiten.

Naast al dit geregel heb ik natuurlijk ook nog een hele hoop andere dingen in Melbourne gedaan waarvoor ik vooral Koert, Adrienne en de rest van de familie moet bedanken. Ik moet bekennen dat ze me verschrikkelijk hebben verwend wat na zes maanden China toch wel lekker is. Ik heb dan ook veel geweldige dingen mogen zien en ervaren. Neem nou kangoeroes een dier dat je in Australië natuurlijk te zien moet krijgen. Ik had echter geen idee dat het zo makkelijk zou zijn om ze in het wild te zien te krijgen. Vlakbij het vliegveld kon je de kangoeroes vanaf de weg zien als ze aan het einde van de middag uit de schaduw van de bomen tevoorschijn kwamen. Het is zo vreemd om die dieren zo makkelijk in het wild te kunnen zien aangezien de enige wilde dieren die ik in Nederland zie, vogels zijn en we het al super bijzonder vinden als we een wilde eekhoorn of konijn zien. Dus in plaats van “Kijk, kijk een eekhoorn!” kon ik nu “Kijk een kangoeroe!” zeggen. Nou vonden Koert en Adrienne het niet voldoende dat ik maar een enkele kangoeroe van zo veraf had gezien dus zijn we er aan het begin van de avond samen met Edmund nog eens op uit getrokken op een safari door de buitenwijken van Melbourne op zoek naar een kudde kangoeroes. Hebben we ze gevonden? Ja zeker, een hele groep zelfs. We zijn langs de weg gestopt zodat ik een foto kon maken, maar ze waren nog te ver weg om een goede foto te kunnen maken. Dus ben ik op aandringen van oom Koert samen met hem over het hek geklommen (technisch gezien ging ik er onderdoor met een souplesse waardoor ik me heel erg cool voelde). Je wilt natuurlijk niet te dichtbij komen, want het zijn en blijven wilde dieren en ik denk niet dat ik een bokswedstrijd met een kangoeroe aan wil gaan. Nou zijn de kangoeroes in eerste instantie banger voor jou dan jij voor hen dus toen ze ons in de gaten kregen begonnen ze met zijn alle weg te hoppen (iets wat ik nog heb weten te filmen). Wie had ooit gedacht dat ik dit jaar nog een groep wilde kangoeroes weg zou zien hoppen? Ik in ieder geval niet. Voor de Australiër zijn kangoeroes natuurlijk niet zo bijzonder en er worden ook redelijk vaak kangoeroes aangereden. Je zult dan ook overal langs de weg waarschuwingen borden zien staan met een kangoeroe erop. Het verschil tussen de toerist en de Australiër als het op kangoeroes aankomt? Als ik (als de toerist die ik ben) een dode kangoeroe langs de weg zag liggen, vond ik het zielig voor het dier. De echte Australiër denk echter helemaal niet aan het dier, maar aan de persoon die het dier heeft aangereden en dan vooral aan zijn auto. “Ik hoop dat die niet te veel schade heeft opgelopen aan zijn auto.” De auto? Dat was wel het laatste waar ik aan gedacht zou hebben. Nou ben ik natuurlijk maar een onschuldig meisje uit Nederland en ben ik niet gewend aan de harde Australische wereld.

Ja Australië is een hard land dat jaarlijks vele wonden op loopt waarvan je de littekens nog duidelijk kan zien. Ik wist natuurlijk dat er in de zomer vaak bosbranden in Australië voorkwamen, maar het was nooit compleet tot me doorgedrongen hoe gevaarlijk bosbranden zijn. Ik ben gewend aan het natte, groene Nederland waar dingen eerder verdrinken dan verbranden, maar nu kwam ik oog in oog te staan met de droge, gele vlaktes van Australië. Australië is zo’n uitgestrekt land dat je het je bijna niet voor mogelijk houdt. Ik heb zeeën van geel gras, dor gras en kreupelhout gezien zo ver als het oog reikte met zo af en toe een eenzame boom die er al net zo dor uitziet als het gras. Op sommige momenten deed het me aan de vers gemaaide graanvelden in Frankrijk denken, maar Frankrijk valt in het niets bij Australië en dit waren geen graanvelden, maar eindeloze vlaktes. Je gaat je heel snel nietig voelen in dit land waarvan grote delen onbewoond zijn en je makkelijk vier uur kan moeten vliegen om naar een andere stad te gaan. Met de dag begint het moeilijker en moeilijker te vinden om mensen uit te leggen waarom ik niet zo vaak in Amsterdam ben geweest aangezien ons gevoel van afstand zo anders is dan in landen als Australië en China. Maar laten we even terug gaan naar de bosbranden. Het kwam best wel als een shock om er achter te komen hoe snel die branden zich verspreiden en hoeveel mensen sterven door bosbranden. Vooral toen oom Koert me vertelde hoe hij ooit een stuk land ver buiten de stad had gekocht om daarop een vakantiehuis te kunnen bouwen. Van het bouwen kwam uiteindelijk niks dus verkocht hij het weer en een andere eigenaar bouwde er een mooi huisje op. Op het moment is er van dat huis en de straat niks meer over en zijn de eigenaren omgekomen. Allemaal door een bosbrand die zich met een snelheid verplaats die je je niet voor mogelijk houdt waardoor er niks is dat je kan doen. Wat ik dan wel weer wonderbaarlijk vond, was dat van alles in zo’n brand verwoest wordt, maar dat een hoop bomen het overleven. Op sommige plekken kon je bomen zien waarvan de bast helemaal zwartgeblakerd was, maar de boom leefde nog steeds.

Laten we nu maar verder gaan met wat vrolijkere dingen. Ik heb eindelijk een van mijn levenslange dromen waar kunnen maken en dat was dat ik met wilde dolfijnen wilde zwemmen. Het was een van de dingen die ik perse wilde doen in Australië en oom Koert en Adrienne waren zo lief om het mij als cadeau te geven. Op de eerste zaterdagochtend zijn we er vroeg op uit getrokken, omdat het een eindje rijden was naar het havenplaatste vanaf waar de boot voor mijn toer zou vertrekken. Ik kan met eerlijkheid zeggen dat dit een van de geweldigste ervaringen uit mijn leven is en dat wil wat zeggen aangezien ik het afgelopen jaar een hoop prachtige dingen heb meegemaakt. De groep die voor mij was, had de pech dat ze geen dolfijnen gezien hadden, maar aangezien je in deze toer ook met zeehonden ging zwemmen hadden ze toch nog een geweldige tijd gehad. Nou moet ik toegeven dat ik redelijk veel geluk heb in mijn leven en dat werd ook meteen weer bewezen toen we een hele groep dolfijnen vonden. Laat ik wel even verduidelijken wat “zwemmen” met dolfijnen betekend. Je moet niet denken dat je zomaar in het water mag springen en als een of andere zeemeermin of dolfijnentrainer met de dolfijnen rond zwemt. Aangezien deze soort dolfijnen alleen maar in dit gebied voorkwamen, is het een beschermde diersoort dus vrij rondzwemmen en de dolfijnen aanraken was dus niet toegestaan (tenzij je een van de toerleiders was dan mocht je wel vrij rondzwemmen). Wat mochten we dan wel doen? Het water in natuurlijk, maar dan moesten we wel een touw vasthouden. Het klinkt misschien een beetje saai dat je de hele tijd een touw vast moet houden, maar geloof me de ervaring wordt er niet minder om. Na de dolfijnen gingen we op weg naar onze tweede locatie en dat was een platform in het midden van de zee waar een hele groep zeehonden op woonde. Ik heb geen idee waarom iemand een houten platform in het midden van de zee zou willen maken, maar ik heb dankzij die persoon wel mooi met zeehonden mogen zwemmen. Op weg naar het platform zijn we nog gestopt en nadat de bemanning er zeker van was dat er geen dolfijnen in de buurt waren, mochten we vanaf het dak van de boot in het water springen. Nou weten de meeste van jullie wel dat ik niet zo’n held ben, maar sinds ik in China ben heb ik een knop omgezet en dwing ik mezelf om minder na te denken en meer dingen gewoon te doen. Dus sprong ik van de boot, heb ik aan een touw in het water gehangen terwijl de boot aan het varen was en heb ik een geweldige tijd gehad. Niet dat ik me geen zorgen maakte. Vooral toen ik aan de touw ging hangen en ik op mijn niet bestaande armspieren moest vertrouwen, heb ik lang getwijfeld of ik het wel of niet moest doen, maar eenmaal in het water en achteraf ben ik blij dat ik het gedaan heb. Eenmaal bij het zeehonden paleis aangekomen, deden we onze snorkels weer op en sprongen we het water in. Deze keer mochten we wel zelf rondzwemmen, maar iedereen bleef toch wel dicht bij elkaar. Je moet niet vergeten dat zeehonden groter zijn dan je denkt en je wil dan ook niet te dichtbij komen. Nou waren het niet de zeehonden die me daar in het water de stuipen op het lijf hebben gejaagd, maar de kwal die daar zo rustig in het water op me af aan het dobberen was. Ik droeg natuurlijk een wetsuit, maar ik ben toch maar zo snel mogelijk de andere kant op gezwommen. Ik kan me nog steeds herinneren hoe ik eerst per ongeluk het hoofd? van een kwal heb aangeraakt op het stand in Nederland, omdat het zo mooi glinsterde (ik lijk zo net een vogel) en ik wilde weten wat het was.

Nou zou je zeggen dat de rest van mijn verblijf in Melbourne maar magertjes moet hebben geleken in vergelijking met het zwemmen met dolfijnen. Dit is echter verre van waar. Alles wat ik in Melbourne heb meegemaakt, is op zijn eigen manier bijzonder geweest. Zo vond ik het geweldig om de rest van mijn familie eindelijk te kunnen ontmoeten. Het zijn allemaal zulke aardige en geweldige mensen dat het jammer is dat ze zo ver weg wonen en dat we ze zo weinig te zien krijgen. Het is maar goed dat ik van plan ben om later een huisje ergens in Australië te kopen zodat ik daar naartoe kan vluchten tijdens de winter in Nederland.

Wat heb ik verder nog gedaan? Meer dan genoeg. Ik ben samen met oom Koert nog naar een combinatie van een dierentuin en een safaripark geweest waar ze een hoop dieren hadden die alleen maar in Australië voorkomen. Ik heb mijn eerste koala gezien, een zeer agressieve vogel gevoerd die een beetje op een struisvogel leek alleen dan met zeer beangstigende bloedrode ogen en een papegaai op mijn arm gehad. Dat is nog zoiets geks. In Australië en zelfs midden in steden als Sydney en Melbourne kan je wilde papegaaien zien (nou hoor je ze eerder aangezien ze een hoop lawaai maken. Serieus, ze maken een lelijk geluid dat niet uit zo’n mooie vogel zou mogen komen).

Daarnaast ben ik ook nog met oom Koert naar een concert van Beethoven geweest waarin de dirigent om de zoveel tijd stopte zodat hij kon uitleggen wat hij net gespeeld had en waarom het zo’n bijzonder stuk was. Het was zeer interessant en het was leuk om het concertgebouw van Melbourne van binnen te kunnen zien.

De laatste grote tocht die ik in Melbourne heb gemaakt, is de Great Ocean road. Samen met oom Koert ben ik nogmaals in de auto gestapt en hebben we de oh zo bekende en prachtige weg afgelegd die voor kilometers de kust volgt. Ik heb me (net zoals oma volgens oom Koert) verbaasd over het feit dat het een prachtige dag was en dat er geen kip op het strand was. Geen mens en geen tentje of kraampje te zien en dat op een prachtig stuk strand waar je heerlijk zou kunnen zwemmen. Toen we in een klein dorpje stopte om te eten waren we plotseling weer onder de mensen en moesten we tot op de straat in de rij staan om een ijsje te kunnen kopen. We hebben uren gereden om uiteindelijk nog bij de twaalf Apostelen uit te komen. Nou snap ik niet waarom iemand een stel rotsformaties in de zee Apostelen zou noemen en het zijn er onderhand ook geen twaalf meer, maar het was nog steeds geweldig om te zien.

Naast al deze geweldige, unieke dingen die ik heb mogen doen en zien in Melbourne, waren het ook de kleine dingen die mijn tijd hier zo leuk en bijzonder maakte. Denk hieraan aan het opzetten van een tv in Olivia’s huis, bij andere familieleden blijven eten en alle verhalen van oom Koert te horen. Een van de mooiste momenten was misschien wel toen oom Koert de stamboom van de Beekes familie tevoorschijn haalde aangezien ik zo graag zelf een keer een stamboom zou willen maken, omdat ik geïnteresseerd ben in mijn familiegeschiedenis. Ik werd emotioneler dan ik had verwacht bij het horen van de verhalen en vooral toen ik sommige brieven mocht lezen van vroeger en het verhaal hoorde over oom Koerts moeder en de Nederlandse vlag. Mijn familie heeft zo veel meegemaakt waardoor ik het begrijpelijk vind dat het soms moeilijk is om er over te praten en onder andere door mijn liefde voor geschiedenis en door mijn sterke familiegevoel voel ik me zo verbonden met mijn familiegeschiedenis dat ik het soms jammer en zelfs moeilijk vind dat ik er zo weinig van weet.

Ik weet niet wat ik verder moet zeggen behalve dat ik een geweldige tijd in Melbourne heb gehad en dat ik oom Koert, Adrienne en de rest van de familie ontzettende dankbaar ben voor hun gastvrijheid en alles wat ze voor me hebben gedaan. Ik heb me zo kunnen ontspannen in Melbourne dat ik het voor een moment spannend vond om weer in het vliegtuig te moeten stappen op weg naar mijn volgende bestemming. Daarnaast had ik ook veel te veel gewicht in mijn handbagage zitten en was ik bang dat ze mijn handbagage op het vliegveld zouden controleren (wat gelukkig niet gebeurd is). Ik denk dat ik kan zeggen dat Melbourne een plek was waar ik me voor het eerst zo heb kunnen ontspannen dat ik mezelf eindelijk kon toestaan om mijn onzekerheden onder ogen te komen, maar dat heeft mijn tijd daar er niet minder op gemaakt.

Hello mate, welcome to Aussie

Hello mate, welcome to Aussie.

Hallo mijn lieve Nederlanders daar ben ik weer. Laat ik ten eerste beginnen met iets wat ik net heb gezien en waardoor ik eindelijk heb besloten om er eens goed voor te gaan zitten en dit te schrijven. Ik lag heerlijk op het strand in Hervey Bay met een strak blauwe lucht, 29 graden (volgens mijn mobiel) en een lekker verkoelend windje. De zee is hier heerlijk. Het water is niet alleen warm, maar er zijn ook nauwelijks golven, omdat deze baai wordt afgeschermd door Fraser Island (waar ik morgen heen ga). Perfect om in te zwemmen dus en dat was ik dan ook lekker aan het doen toen ik me omdraaide en een vis uit het water zag springen. Een vis. Die uit het water sprong alsof het een dolfijn was. Sommige van jullie weten wel dat ik het niet zo op vissen heb. Nou viel deze vis nog wel mee, maar ik kan jullie vertellen dat mijn ontspannen zwemtochtje toch wel beëindigt was. Toen ik uit het water was, zag ik pas wat ik daarvoor steeds had gemist en dat was dat die vis niet alleen was geweest. Ongeveer honderd, tweehonderd meter van het strand vandaan zag ik tientallen van zijn vriendjes ook lekker uit het water springen. Om de een of andere rede vond ik dit zo bizar dat ik per direct besloot om terug te gaan naar mijn hostel om een stuk voor mijn blog te gaan schrijven. Dus mensjes, jullie mogen Dolfie de vis, wannabe dolfijn bedanken voor dit verhaal. Voor hen die zich afvragen waarom ik niet eerder heb geschreven kan ik alleen maar zeggen dat ik twee dingen moet hebben om voor mijn blog te kunnen schrijven die niks te maken hebben met of er wel of niet veel in mijn leven gebeurt. Kom op, ik zit in Australië natuurlijk gebeurt er een hoop in mijn leven en ook al zou er niks in mijn leven gebeuren, ik ben zeer goed in staat om zes pagina’s te schrijven over springende vissen (iets wat ik jullie maar zal besparen). De twee dingen die ik “nodig” heb, is ten eerste een plek waar ik er even goed voor kan gaan zitten en nou moet ik eerlijk toegeven dat ik vaak de moeite niet neem om er goed voor te gaan zitten omdat er zo veel andere dingen te doen zijn (je begrijpt wel dat ik me haast nooit verveel). Ten tweede moet ik in een bepaalde stemming zijn om hiervoor te kunnen schrijven, omdat het anders zo stroef loopt dat het zelfs voor mezelf pijnlijk is om te lezen. Er moet leven in een verhaal zitten. Sprekend over leven, ik moet zeggen dat er een hoop insecten leven op de plek waar ik nu zit. Nog geen tien minuten geleden heb ik een akelig grote mier geplet met mijn water flesje en ik zie nu dat er tientallen kleinere mieren nu rond de restanten rondzwerven om het terug te brengen naar hun nest. Ik neem aan dat ze het op gaan eten. Ja, Australië is een hard land.

Dat allemaal terzijde, laten we maar gaan beginnen met het echte verhaal. Natuurlijk zou ik het liefst iets schrijven over waar ik nu zit en wat ik de afgelopen dagen heb meegemaakt, maar dat zou hetzelfde zijn als in het midden van een boek beginnen. Ik heb een keer een boek voor mijn verjaardag gekregen dat zonder dat ik het wist het derde boek in een serie was. Wonderbaarlijk genoeg wist ik het verhaal nog te begrijpen zonder boek een of twee gelezen te hebben, maar dat wil ik jullie niet aandoen. Dus moeten we voor het begin van dit verhaal enkele weken terug in de tijd reizen. Waar begint dit verhaal dan? In Beijing natuurlijk.

De laatste week in Beijing staat me niet meer zo goed bij. Niet dat er niks gebeurde, want een diploma uitreiking, Chinees Nieuwjaar en het afscheid nemen van mijn vrienden wil ik niet niks noemen. Toch was ik die dagen zo druk bezig met me voor te bereiden op Australië dat de dagen aan me voorbij vlogen zonder dat ik er enige aandacht aanbesteden. De diploma uitreiking was verder niet al te bijzonder, maar onverwachts toch emotioneel. Anni, mijn vriendin uit Denemarken begon aan het begin van de diploma uitreiking al te huilen en toen het mijn beurt was om mijn diploma in ontvangst te nemen en een paar woordjes te zeggen, begonnen ook bij mij te tranen te stromen. Niet omdat ik op dat moment al afscheid moest nemen, omdat ik de meeste mensen die avond of de dagen daarna nog zou zien. Nee, wat mij nou echt emotioneel maakte was dat ik ze niet met woorden duidelijk kon maken hoe dankbaar ik was dat ze deze ervaring met me hebben willen delen. China was iets waar ik al jaren naar had uitgekeken en iets wat meer voor me betekent dan ik in woorden kan omschrijven en al deze mensen hebben dit speciale moment met me gedeeld. Afscheid moeten nemen van de mensen die ik hier heb ontmoet was dan misschien ook wel moeilijker dan afscheid nemen van de mensen in Nederland. Ik weet wanneer ik de mensen in Nederland weer ga zien, maar ik heb geen idee wanneer ik sommige mensen die ik in Beijing heb ontmoet weer ga zien. Daarnaast heb je met deze mensen zo’n bijzondere band gekregen, omdat zij letterlijk de enige waren die ik voor maanden heb gehad. Zij waren mijn familie in Beijing en we hebben zo veel met elkaar meegemaakt, we zijn zo veel met zijn alle gegroeid dat ik ze verschrikkelijk ga missen ook al kennen we elkaar nog maar enkele maanden.

Het was op de dag van mijn vertrek naar Australië, enkele uren voordat ik naar het vliegveld zou gaan toen ik afscheid moest nemen van de mensen met wie ik de beste vriendschappen heb opgebouwd en die nog in China waren, Anni, Carin en mijn oude kamergenootje Julia. Heb ik gehuild? Oh ja dat heb ik zeker gedaan zelfs toen ik afscheid nam van Julia ook al is die nog steeds in Beijing als ik straks eind maart weer terug ga (ik heb bij haar dan ook mijn meeste spullen achtergelaten die ik niet mee wilde nemen naar Australië).

Ik zal heel eerlijk zijn tegen de mensen die zich afvragen of ik nerveus was (je gaat vijf weken alleen door Australië reizen zonder een echt plan te hebben. Je hoort dan nerveus te zijn). Tijdens alles wat ik de afgelopen drie weken heb gedaan, heb ik me op drie momenten een beetje zenuwachtig gevoeld. Het eerste moment was op de dag dat ik zou vertrekken naar het vliegveld in Beijing. Het tweede moment was toen ik op het vliegveld zelf was en het pas echt goed tot me doordrong wat ik op het punt stond om te gaan doen. Daarnaast was dit de eerste keer dat ik alleen op een vliegveld was en ik wist niet zo goed was ik moest doen. Ik was zo vroeg op het vliegveld dat ik me nog niet kon inchecken en je moet ook begrijpen dat ik gewend ben aan zeer moderne vliegvelden waar je haast alles zelf moet doen. Zelf inchecken en zelfs zelf je bagage inleveren, dus het was allemaal een beetje verwarrend dat ik dit nu allemaal bij een balie moest doen. Het derde moment waarop ik zenuwachtig was, was de ochtend waarop ik zou vertrekken uit Melbourne en mijn familie daar. Het moment waarop ik er weer zelf op uit zou trekken, maar dit is iets waar ik later nog wel op terug kom. Laten we nu maar weer terug gaan naar het vliegveld in Beijing. Mijn vlucht zou om half twee vertrekken, maar helaas had ik de pech dat ik een uur vertraging had. Aangezien mijn totale reis 26 uur zou duren, had ik van tevoren al besloten dat ik zo veel mogelijk in het vliegtuig moest gaan slapen aangezien beide vluchten die ik had ’s avonds waren. Ik had mijn oordopjes, slaapmasker en twee paracetamols per nacht om me knock-out te slaan (dit laatste is een van oma’s geheimen) dus ik verwachtte dat ik wel redelijk aan mijn slaap toe zou komen. Een ding waar ik geen rekening mee had gehouden was dat je niet meteen kan gaan slapen in een vliegtuig, omdat ze eerst nog langs gaan komen met eten en drinken waardoor je al een of twee uur minder slaap hebt. Daarnaast maken ze je een tot twee uur voor de landing weer wakker om met het ontbijt te komen, dus terwijl ik dacht dat ik tijdens mijn laatste vlucht makkelijk acht uur kan slapen, werd dit uiteindelijk maar vier uur. Nou moet ik wel zeggen dat ik naast weinig slaap wel een goede reis heb gehad ondanks dat ik elf uur in Kuala Lumpur moest wachten op mijn volgende vlucht. Misschien zou elf uur alleen wachten voor sommige mensen een verschrikking zijn, maar ik heb het nooit zo ervaren. Ik heb me kostelijk vermaakt die elf uur met behulp van mijn ereader en mijn laptop waar enkele films opstonden. Het toevallige was, was dat Marion en Frank op dat moment ook in Kuala Lumpur waren, maar helaas niet op het vliegveld.

Tijdens mijn vlucht van Kuala Lumpur naar Sydney zat ik naast een Nederlandse man die een paar kilo vacuüm verpakte pakken kaas in zijn handbagage had zitten voor zijn vrienden in Australië. Nederlandser kan je het bijna niet maken. Het was wel even vreemd om omringt te zijn door mensen die niet allemaal Chinees zijn, maar als ik dacht dat ik in Australië even van China en de Chinezen af zou zijn dan had ik het goed mis. Niet alleen zijn er hier een hoop Chinezen die hier naartoe immigreren voor werk of om te studeren, maar er was ook nog een parade in Sydney voor het Chinese Nieuwjaar waardoor ik me weer omringt had door Chinezen. Meerdere keren heb ik hier al geroepen dat ik nooit meer van China af ga komen.

Toen ik in Sydney aankwam was ik uitgeput en ik had nog een hele dag voor me. Het eerste wat ik heb gedaan, is een simkaart kopen waardoor ik ook meteen weer internet op mijn mobiel had en tot de dag van vandaag ben ik heel blij dat ik dat heb gedaan. Ik ben in China namelijk meer en meer afhankelijk geraakt van mijn mobiel en dan vooral het internet op mijn mobiel, omdat dat mijn enige connectie is met de rest van de wereld. Internet op mijn mobiel is voor mij (vooral nu ik alleen reis) iets noodzakelijks en die eerste dag heb ik het meteen kunnen gebruiken toen ik naar mijn hostel toeging. Mijn hostel lag namelijk in Manly wat niet dicht bij het centrum van Sydney ligt en dus moeilijker te bereiken is vanaf het vliegveld. Het hostel had gezegd dat er shuttlebussen waren die me wel naar Manly konden brengen, maar toen ik aankwam was er geen enkele bus die die kant opging. Wat ze wel konden doen was me in de haven afzetten zodat ik de ferry naar Manly kan nemen wat ik uiteindelijk ook heb gedaan. Eenmaal op Manly aangekomen, kwam mijn internet meteen van pas. Wat had ik Google en Googlemaps gemist in China. Waarom zou je aan mensen de weg vragen als je ook gewoon googlemaps kan gebruiken om je de weg te wijzen? Googlemaps is mijn beste vriend in Sydney geweest. Geen idee welke bus je moet nemen? Gebruik googlemaps. Geen idee waar je midden in een park bent? Gebruik googlemaps. Geen idee hoe laat je moet vetrekken, omdat je niet weet hoe lang het lopen is? Gebruik googlemaps. Nee mensen dit is geen reclame anders had ik er wel betaald voor gekregen. Misschien komt het doordat ik google zolang heb moeten missen, maar ik heb al die verloren maanden ruimschoots ingehaald in de weken dat ik hier nu ben. Ik bedoel, China is een geweldig land, maar eenmaal in Australië aangekomen besefte ik pas hoeveel luxe ik daar op heb moeten geven. Zes maanden lang heb ik moet moeite mijn internet kunnen gebruiken, heb ik geen kraanwater kunnen drinken, kon ik nooit onbezorgd groente of fruit uit de supermarkt eten bang voor voedselvergiftigingen en zes maanden lang heb ik met moeite gecommuniceerd. Ik kan jullie niet uitleggen hoe lekker het is om al deze dingen weer te kunnen doen in Australië. Zoals ik al zei, vind ik China een geweldig land, maar ik begon me de laatste weken wel steeds meer en meer aan dingen te irriteren zoals het gerochel, gespuug en het feit dat alles gewokt wordt waardoor je alleen maar dingen eet die haast verdrinken in olie. Nou heb ik ook een hekel aan koud weer dus ben ik meer dan dankbaar dat ik de laatste koude maand in Beijing oversla en dat ik hier gewoon in een dun shirtje en een kort broekje rond kan lopen. Nee, ik probeer jullie niet jaloers te maken al moet ik wel eerlijk toegeven dat ik ervan geniet als ik zie dat het in Nederland tien graden is terwijl ik in de volle zon van een ijsje te genieten zit. Sorry, maar jullie slechte weer zorgt er alleen maar voor dat ik meer en meer geniet van het weer dat ik hier heb (ook al wist ik me de eerste dag meteen al te verbranden ook al was het op dat moment bewolkt!)

Sydney vond ik een geweldige stad. Niet omdat alle gebouwen nou zo prachtig mooi zijn (ook al zitten er zeker wel mooie gebouwen tussen) of omdat er zo veel groen was (ik heb een aantal prachtige parken gezien), maar vooral om de sfeer. Terwijl ik in Beijing alleen maar binnen heb gezeten, vooral de afgelopen maanden, omdat het zo verschrikkelijk koud was of omdat de luchtvervuiling ondraagbaar was, is Sydney gemaakt voor het buitenleven. Ik kreeg in Sydney echt het strandgevoel waar ik zo van hou, gecombineerd met het centrum van een grote, levende stad. Mijn eerste indruk van Australiërs is dat ze veel buiten zijn en opvallend actief zijn. Overal zie je mensen hardlopen, de verstandige die in de ochtend of avond gaan en de gekke die om een uur ’s middags op het heetst van de dag gaan (misschien vinden de locals 27 graden niet meer heet, omdat ze rond de 40 graden gewend zijn. Wie zal het zeggen). Het leukst om te zien vond ik de mensen op skateboards met een surfboard onder hun arm op weg naar het strand. Prachtig, iets wat ik in Nederland nog nooit gezien heb. Kortom vond ik Sydney een hele ontspannen sfeer hebben ondanks dat het een grote stad is, maar na Beijing kan ik waarschijnlijk zelfs New York nog relax noemen dus ik denk niet dat ik de meest betrouwbare bron hiervoor ben. Het openbaar vervoer was ook goed (dankzij mijn googlemaps), maar in de bussen was er een ding dat me mateloos irriteerde en wat ik uitermate ouderwets vond. Er wordt in de bussen namelijk nergens aangegeven bij welke halte je bent en het wordt ook niet omgeroepen dus ik moest letterlijk de haltes tellen (die googlemaps me had verteld), omdat ik anders geen idee had waar ik uit moest stappen. In Eindhoven en in Beijing ben ik gewend aan bussen waar de volgende halte digitaal op een scherm wordt aangegeven en anders wordt het wel omgeroepen, maar blijkbaar is dit niet zo vanzelfsprekend. Ja, een ding dat ik in Australië leer is dat een hoop dingen die ik vanzelfsprekend vind die niet zijn. Neem wifi nou bijvoorbeeld. Voordat ik naar Australië ging geloofde ik dat haast elk hostel wel gratis wifi zou hebben, vooral als je nagaat dat ik in de meest afgelegen plekken in China zelfs gratis wifi had, maar nee. Mijn eerste hostel in Sydney (die in Manly) had wel gratis wifi dus wende ik meteen aan deze luxe totdat ik in mijn tweede hostel in Sydney aankwam (midden in het centrum) waar ze juist helemaal geen wifi hadden. Nou maakte dit niet zo heel veel uit aangezien ik daar maar een nacht zou verblijven, maar ik ben daarna wel beter gaan opletten op als ik een hostel boek of ze wel of geen gratis wifi hebben (niet dat dat veel zegt over de kwaliteit van de wifi, maar dat is iets voor later).

Wat heb ik in Sydney dan wel zo allemaal gedaan? Ik kwam op een zaterdag aan, zonder enige planning niet te vergeten, maar ik heb uiteindelijk besloten daar op woensdag weer weg te vliegen. Ik had dus drie volle dagen om Sydney te verkennen (zaterdag niet meegerekend aangezien ik veel te moe was om iets nuttigs te doen). In die drie dagen wilde ik twee dingen sowieso zien en dat was naar de opera gaan in het Sydney Opera House en Bondi beach bezoeken (mensen die Bondi rescue hebben gekeken begrijpen wel waarom ik daar zo graag naar toe wilde gaan).

Het enige wat ik op zaterdag hoefde te doen was bij mijn hostel uitkomen en boodschappen doen. Zoals ik al had gezegd was er geen shuttle die rechtstreeks naar mijn hostel ging dus moest ik de ferry pakken. Dat was verder geen probleem en toen mijn mobiel aangaf dat het vijftien minuten lopen was vanaf de haven naar mijn hostel sprak ik mezelf al bemoedigend toe dat ik er bijna was. Iets te vroeg gejuicht. Ik waren namelijk een paar dingen waar ik geen rekening mee had gehouden en die deze “vijftien minuten” aan deden voelen als op zijn minst een half uur. Ten eerste had ik nog lekker mijn lange broek, vest en laarsjes aan (gelukkig had ik mijn jas wel uitgedaan) terwijl het buiten op zijn minst 25 graden was. Daarnaast is vijftien minuten met alleen een rugzak misschien geen probleem, maar vergeet niet dat ik een koffer achter me aan moest sleuren die 21 kg woog. Ik ben nooit zo goed geweest in het omgaan met een grote koffer, wat waarschijnlijk ook door mijn niet bestaande armspieren komt, dus vijftien minuten met een koffer sjouwen in de stikkende hitte terwijl de weg de helft van de tijd omhoog liep, was zeker geen pretje. Ik herhaal, het was geen pretje en ik keek dan ook helemaal niet naar de terug weg uit.

Uiteindelijk kwam ik bezweet en wel in mijn eerste hostel aan en kon ik gelukkig meteen mijn kamer in ook al was de incheck tijd een stuk later.

Aan het leven in een hostel heb ik zeker even moeten wennen, maar je vind al snel uit wat voor soort hostel en wat voor soort kamer het beste bij je past. In mijn eerste hostel sliep ik in een 4-persoons kamer samen met een ander meisje en twee jongens en in mijn tweede hostel sliep ik in een 12-persoons kamer. Misschien gaat dit gek klinken, maar ik heb liever een kamer met twaalf personen dan een met vier. Waarom? Omdat je in een 12-persoons kamer met zo veel mensen bent dat je niet het gevoel hebt dat je al te veel rekening met elkaar hoeft te houden, omdat het gewoon onmogelijk is om met iedereen rekening te houden (denk hierbij aan slaaptijden etc.). Natuurlijk zijn de kamers waar zo veel mensen in slapen ook goedkoper dus kom ik vaker in 12,10- of 8-persoons kamers uit dan in een 4-persoons kamer en ik ben hier nu zo aan gewend dat er voor mijn geen verschil meer in is. Het was natuurlijks wel iets waar ik aan moest wennen, om met mensen die ik niet kende een kamer te delen en in het begin had ik dan ook continu het gevoel dat mensen op me vingers keken ook al is dat helemaal niet het geval. Iets anders waar ik aan moest wennen was dat je gemengde kamers had (jongens en meisjes bij elkaar dus) en dat er steeds mensen zomaar je kamer binnengelopen komen, maar ook dit was iets waar je snel aan went. Ik moet bekennen dat je in hostels zeer snel leert om je niks van anderen aan te trekken en gewoon je eigen ding te doen, iets waar ik de eerste paar dagen nog niet zo goed in was. Niet dat ik niet mijn eigen ding deed, maar het voelde soms gewoon een beetje ongemakkelijk aan terwijl ik daar nu zo goed als immuun voor ben geworden (geen twijfel of dat wel of niet een goed iets is). Het is in ieder geval goed om alvast te wennen aan het delen van een kamer aangezien ik straks in Beijing ook een kamer met iemand ga delen. Ik had wel geluk met mijn kamergenootjes en ik had het hostel speciaal uitgekozen omdat het een van de rustigere hostels was en dus niet eentje waar iedereen continu aan het feesten is, omdat ik niet naar Australië ben gekomen om heel erg sociaal te doen en een hoop te feesten. Dat is het mooie aan Australië er is voor ieder wel wat. Wil je een hoop nieuwe mensen leren kennen waarmee je misschien wel een tijdje kan samen reizen? Geen probleem hier, maar dit is niet iets waar ik deze weken behoefte aan heb. Niet dat ik asociaal ben. Als iemand tegen me begint te praten, praat ik echt wel terug en als ze me uitnodigen om iets te gaan doen dan ga ik daar vaak wel op in, maar ik zoek de mensen zelf niet op. Ik geniet juist volop van het alleen reizen en de rust dat dat me brengt. Natuurlijk vind ik het leuk om met mijn familie op vakantie te gaan, maar alleen reizen is voor mij een hele nieuwe ontdekking. Ik vind het heerlijk om alleen te reizen wat ik eigenlijk ook al had verwacht ondanks wat andere zeiden. Ik weet namelijk heel goed van mezelf dat ik mezelf kostelijk kan vermaken zonder hulp van andere en ik ben ook niet iemand die continu mensen om me heen nodig heeft. Ik hou ervan om mijn eigen ding te doen.

Ook hiermee had ik geluk met mijn kamergenootjes, omdat we het allemaal wel gezellig vonden om af en toe te kletsen, maar we toch allemaal onze eigen gang gingen en onze dag zelf invulden. Ik zat op de kamer met twee mensen uit Ierland en een jongen uit Frankrijk waar ik nog geen woord mee gesproken heb (ondanks alle moeite die ik heb gedaan…haha). De Ieren waren allebei een stuk ouder dan ik was (rond de 30), maar daar merkten we op het begin weinig van en ze waren allebei dan ook verbaasd toen ik zei dat ik pas 19 ben (ik weet niet of ik dat positief of negatief moet opvatten. Het is aan de ene kant natuurlijk leuk dat ze me volwassener vinden, maar ik wil nou ook weer niet overkomen als een oude zeekoe. Ik denk dat het komt, omdat de meeste mensen van mijn leeftijd hier alleen maar aan het feesten zijn en ik niet. Ach ja).

Zondag heb ik heerlijk van mijn vrijheid genoten en gewoon willekeurig door de stad gezworven zonder me al te veel zorgen te maken om de weg kwijt te raken. Ik heb door twee parken gelopen en ben om de zoveel tijd gaan zitten om lekker buiten mijn boek te kunnen lezen. Dit is zoals ik al zei een van de lekkere dingen aan alleen reizen, je hoeft met niemand rekening te houden en je hoeft alleen dingen te doen waar jij zin in hebt. Zo ben ik die avond ook nog naar de Chinese nieuwjaar parade geweest, omdat ik na een dag de Chinezen natuurlijk al vreselijk miste. Natuurlijk kwam ik daar een uur te vroeg aan, omdat ik geen klok kan lezen en acht uur in mijn hoofd zeven uur is, maar dit was eigenlijk een geluk bij een ongeluk. Omdat ik zo vroeg was, kon ik nog een plaatsje bemachtigen waar ik redelijk kon zitten en alles redelijk kon zien. Als ik een uur later was geweest was had ik waarschijnlijk niks kunnen zien.

Maandag heb ik naast mijn vlucht naar Melbourne geboekt ook nog naar Bondi Beach geweest. Nou wilde ik perse die vlucht in de ochtend boeken samen met het hostel in het centrum van de stad, omdat het vliegveld vanaf daar makkelijker te bereiken is, maar dit was niet een van mijn slimste ideeën. Ik ben totaal geen ochtend mens en dit zeg ik niet omdat zo veel mensen het zeggen, maar omdat ik het echt niet ben. Iets belangrijks als een vlucht plannen in de ochtend als mijn lichaam wel wakker is, maar mijn geest nog half slaapt is dan ook het stomste wat ik kan doen. Het had daarom ook niet als zo’n verassing moeten komen toen ik mijn eticket kreeg en zag dat ik mijn vlucht niet voor die woensdag, maar voor de woensdag erna had geboekt. Wat doe je in zo’n situatie? Papa natuurlijk een berichtje sturen. Niet omdat je het zelf niet kan oplossen, maar omdat je je op dat moment zo stom voelt dat je even iemand nodig hebt die het hoofd gewoon koel houdt. Nou is het verkeert boeken van een vlucht eigenlijk helemaal niks voor mij, omdat ik altijd iemand ben die alles tien keer controleer voordat ik op volgende druk, maar goed het was ochtend en meer hoef ik niet te zeggen. Gelukkig is het niet zo moeilijk om je vlucht te veranderen, maar dat kost je natuurlijk wel weer geld en ik ben hier juist op een budgetvakantie. Bondi beach was na al deze stommiteiten de perfecte afleiding en het was daar heerlijk. Het was prachtig weer en er waren niet al te veel mensen, omdat het een maandag was wat lekker was. Ik wil namelijk ook weer niet helemaal alleen op een strand zijn, omdat ik me dan ongemakkelijk zou voelen. Ik ben zo gewend aan mensen om me heen dat ik het akelig zou vinden om daar helemaal alleen te liggen. Voor veel mensen zou Bondi Beach misschien alleen maar een strand zijn, maar omdat ik Bondi Rescue heb gekeken (een reality programma wat de lifeguards daar volgt) was er een hoop dat ik herkende. Ik heb dus niet alleen op het strand gelegen, maar ook alle plekken opgezocht die ik uit de show herkende (zoals ik eigenlijk ook in Hong Kong met Wie is de Mol gedaan heb). Ik ben alleen niet met een van de lifeguards op de foto geweest, omdat ik ze niet wilde storen terwijl ze aan het werk waren, maar ik moet toegeven dat ik daar nu spijt van heb dus ik moet nog terug gaan om een foto te bemachtigen als ik terug ben in Sydney aan het einde van mijn reis.

Dinsdag moest ik eerst weer een hele toch met mijn koffer maken, omdat ik van hostel zou veranderen, maar gelukkig was ik er nu mentaal meer op voorbereid. Het enige wat ik niet had zien aankomen waren de drie trappen die ik met koffers en al op moest om bij het nieuwe hostel uit te komen. Verder heb ik die dag zelf niet zo veel gedaan, maar ik ben die avond wel naar de opera Faust geweest in het Sydney Opera House (ook hier wist ik een uur te vroeg aan te komen). Dit was de eerste opera waar ik ooit naartoe ben geweest en ik wilde eerst ook liever naar een balletvoorstelling, maar die draaide er op dat moment niet en uiteindelijk ben ik ook wel blij dat ik naar een opera ben geweest, omdat ik het wel goed vind klinken. Ik ben naar de opera geweest in het Sydney Opera House. Klinkt goed toch? Jullie begrijpen natuurlijk wel dat het prachtig is om daar naar een voorstelling te gaan ongeacht waar je naartoe gaat en het was maar goed dat ik me netjes had aangekleed, want je kan daar niet in je korte broekje en slippers aankomen lopen (doei doei strandgevoel), maar het nette aankleden vind ik een van de mooiste dingen aan het gaan naar voorstelling. De opera zelf was mooi, maar apart zoals een opera hoort te zijn. Ik was blij dat ze boven in de zaal een schermpje hadden waarop de vertaling te zien was, want ze zongen alles in het Frans en anders had ik drie uur lang naar gezang moeten luisteren waar ik niks van begreep. Dat alles gezongen werd, was wel iets waar ik aan moest wennen en dan vooral het feit dat een bepaald ritme of deuntje niet herhaald wordt zoals je dat in normale liedjes hebt. In een normaal lied heb je refreinen en coupletten waarvan de tekst wel anders kan zijn, maar de instrumentele muziek blijft hetzelfde. Dit miste ik een beetje in de opera, omdat stukken muziek (met daarbij natuurlijk de tekst) die ik heel erg mooi en leuk vond niet nog eens herhaald werden. Echt opera dus. Het grootste gedeelte van het publiek bestond natuurlijk uit oudere, maar ik zag af en toe ook een kind waarvan ik me afvroeg hoe die hier verdwaald waren uitgekomen. Naast me zat een ouder stel uit Engeland met wie ik nog een beetje heb gepraat en die mij en de rest van Nederland complimenteerde met ons Engels. Daarnaast vroeg de mevrouw me nog of ik kunst studeerde, wat niet zo’n gekke vraag was aangezien niet een hoop jongere vrijwillig alleen naar de opera gaan en ik haar net had verteld dat ik normaal eerder naar balletvoorstellingen ging en dat dit mijn eerste opera was. Hoe stom ik me voelde toen ik haar vertelde dat ik eigenlijk scheikunde of natuurkunde ga studeren. Niet dat mensen die deze studies studeren niet van dit soort dingen kunnen houden, maar het klinkt gewoon zo stom. Aan het einde van de opera moesten we eerst natuurlijk nog op zijn minst vijf minuten applaudisseren, omdat telkens als je denkt dat je eindelijk kan stoppen, ze weer naar voren komen en je moet blijven klappen even hard en enthousiast als daarvoor.

Woensdag was het een regenachtige dag en dus perfect om te moeten reizen. Het enige minpuntje was dat ik een paar minuten met mijn koffer en al mijn spullen door de stromende regen naar het treinstation moest lopen. Ik was toen al een stuk handiger geworden met de omgang met mijn koffer, maar het hielp natuurlijk niet dat het me een tijdje duurde voordat ik de ingang van het treinstation had gevonden. Ik wist waar het moest liggen en ik kon het centraal station van de bussen wel zien, maar ik moest een trein hebben. Enkele minuten en vele meters later was ik redelijk nat (lopen met een koffer en een paraplu is niet zo makkelijk), kwam ik er achter dat het hele station onder de grond lag en dat ik met behulp van een roltrap naar benden moest. Dat was gelukkig de enige hobbel in de weg van de rest van mijn reis naar Melbourne.

Nou mensjes ik denk dat ik het hier maar bij laat, ook al was ik eerst van plan om Sydney en Melbourne in een stuk te doen. Mijn verhalen worden steeds langer. Als ik niet oppas dan schrijf ik straks een heel boekwerk over een dag. Laat ik dat maar niet doen. I will see you next time! Cheers guys.

Guo nian hao (Chinese New Year special)

Guo nian hao (Chinese New Year special)

Lang lang geleden besloot de Jade keizer in China dat er een manier moest zijn waarop ze tijd konden meten. Op de dag van zijn verjaardag, maakte hij een mededeling aan alle dieren. Er zou een zwemwedstrijd gehouden worden en de eerste twaalf dieren die de snel stromende rivier over wisten te steken, zou de keizer belonen door een jaar van de zodiac naar hen te vernoemen.

Alle dieren verzamelde zich aan de rand van de rivier, klaar op te beginnen. De kat en de rat, die goede vrienden waren, maakten zich zorgen omdat ze beide slechte zwemmers waren. Maar, slim als ze waren, vroegen ze de sterke os om hun beide over de rivier te dragen.

‘Natuurlijk’, zei de vriendelijke os. ‘Klim maar op mijn rug en dan draag ik jullie wel naar de andere oever.’

De rat en de kat sprongen op zijn rug en zagen opgetogen hoe de os al snel de leiding nam. Ze hadden bijna de andere oever bereikt toen de rat de kat het water in duwde en hem worstelend in het water achter liet. Heel even leek het alsof ze os de race zou winnen, maar toen sprong de rat via het hoofd van de os de oever op om als eerste aan te komen.

‘Goed gedaan.’ Zei de Jade keizer tegen de trotse rat. ‘Het eerste jaar van de zodiac zal naar jou vernoemd worden.

De arme os was door de rat om de tuin geleid waardoor hij als tweede eindigde. Het tweede jaar van de zodiac werd na hem vernoemd.

Niet lang daarna, krabbelde de tijger uitgeput uit de rivier en hij werd derde. Het was voor de tijger een hele worsteling geweest om tegen de sterke stromingen in naar de overkant te zwemmen. De keizer was zo opgetogen door zijn inzet dat hij het derde jaar van de zodiac naar hem vernoemde.

De volgende die finishte was het konijn, die nog geen poot in het water had gezet. In plaats daarvan was hij van steen naar steen gesprongen totdat hij een boomstam in het water zag drijven dat hem naar de andere oever bracht.

‘Ik ben blij om te zeggen dat het vierde jaar na jou vernoemd zal worden’ legde de enigszins veraste Jade keizer uit. Plotseling kwam een vriendelijke draak uit de lucht neerstrijken, de vijfde plek opeisend.

De Jade keizer vroeg: ‘Waarom heb je de race niet gewonnen terwijl je kan vliegen?’

‘Ik moest eerst wat regen maken, omdat sommige mensen en dieren water nodig hadden om te drinken.’ Legde de draag uit. ‘Daarna zag ik een klein konijn op een boomstronk in het water dus maakte ik een zuchtje wind door te blazen zodat de boomstronk naar de oever van de rivier zou drijven.’

‘Nou, dat was heel erg vriendelijk van je. Het vijfde jaar van de zodiac zal na jou vernoemd worden.’

Het volgende dat de Jade keizer hoorde was het geluid van paardenhoeven. Net toen hij dacht dat het paard als volgende zou finishen, kronkelde een listige slang in het zicht rond een van het paard zijn hoeven. Het paard was zo verast dat hij naar achteren sprong waardoor hij de slang de kans gaf om de zesde plek op te eisen. Het arme paard moest maar genoegen nemen met de zevende plek.

Niet lang daarna arriveerde er een vlot met daarop de geit, de aap en de haan. Ze legden aan de Jade keizer uit hoe ze het vlot hadden gedeeld dat de haan had gevonden. De geit en de aap hadden het onkruid weggehaald en het vlot naar de rivierbank geduwd. De keizer was zeer tevreden over het feit dat de dieren samen hadden gewerkt. Hij zei dat de geit de achtste zodiac zou worden, de aap de negende en de haan de tiende.

Het volgende dier dat finishte was de hond.

‘Waarom ben je zo laat terwijl je een van de beste zwemmers bent?’ vroeg de Jade keizer.

‘Het water in de rivier zag er zo schoon en helder uit dat ik onderweg gewoon een bad moest nemen.’ Legde de hond uit.

Zijn beloning was de elfde plek in de zodiac kring. Er was nog maar een plek over in de zodiac en de keizer vroeg zich af welk dier als laatste op zou komen dagen. Uiteindelijk, hoorde hij het geknor van het zwijn.

‘Jij hebt er lang over gedaan om de rivier over te steken.’ Zei de keizer tegen het zwijn.

‘Ik had honger dus ben ik onderweg even gestopt om iets te eten.’ Legde het zwijn uit. ‘Toen ik klaar was met eten, was ik zo moe dat ik in slaap ben gevallen.’

‘Je hebt het nog steeds goed gedaan.’ Zei de keizer. ‘Het laatste jaar van de zodiac zal naar jou vernoemd worden.’

En de kat die in het water was geduwd door de rat? Hij krabbelde uit het water, maar was te laat om een jaar na hem vernoemd te krijgen. Hij was zo boos op de rat dat vanaf dat moment katten nooit meer vrienden zijn geweest met ratten.

En vanaf die dag heeft de Chinese zodiac deze cyclus van namen doorlopen, vernoemd na de twaalf dieren.

Gelukkig Chinees nieuwjaar! Chun jie kuai le of xin nian kuai le. Welkom in het jaar van het schaap. Nu zullen sommige van jullie misschien wel zeggen: ‘Waar is het schaap in het verhaal? Ik lees alleen iets over een geit.’ Dit komt weer door die soms verwarrende taal van de Chinezen die wij als simpele buitenlanders niet altijd even goed begrijpen. Waar de Chinezen namelijk van houden zijn woorden die niet een, niet twee, niet drie, enz enz. dingen beteken. Zo heb je het woord “yang” in het Chinees dat schaap betekend. Dit woord geeft echter geen duidelijkheid over wat voor schaap het gaat. Dit kan een geit, bok, ram of schaap zijn. (ik heb verder geen verstand van schaapsoorten dus ik weet niet of deze allemaal verschillend zijn, want als je het aan mij vraagt is een geit, bok en ram hetzelfde). In het Engels en ook het Nederlands zeggen we het jaar van het schaap, maar op de meeste Chinezen plaatjes is het geen schaap dat afgebeeld staat, maar dan wel een geit/bok/ram. Het is dus soms een beetje onduidelijk hoe we dit jaar moeten vertalen aangezien ik het gevoel krijg dat de Chinezen zelf ook niet zo goed weten welk dier het moet zijn, want echt consequent met hun afbeeldingen zijn ze niet. Nou maakt dat voor hen natuurlijk helemaal niks uit, want “yang” betekent al deze dieren.

Waar ons Nieuwjaar haast compleet werd genegeerd, kan ik dat niet van het Chinezen Nieuwjaar zeggen. De straten, winkels en huizen worden allemaal in het rood versierd. In elke supermarkt kan je speciale spullen voor nieuwjaar kopen. Er zijn mysterieuze rode dozen en kartonnen tassen waar de winkels vol mee staan en waar iedereen mee rondloopt, maar ik ben er nooit achter gekomen wat erin zit. Ik vermoed dat in sommige in vacuüm verpakte geroosterde eend zit, maar als iemand voor mij dit mysterie kan oplossen, dan hoor ik het graag. De supermarkten doen goede zaken rond deze tijd, want waar de rest van de stad op sommige plaatsten verbazingwekkend leeg is, lijkt elke Chinees in de stad zich in de supermarkt te verzamelen. Dit was voor iemand als ik, die winkelen in tempo wil doen, een grote verschrikking. Overal mensen met boodschappenwagentjes die de gangen blokkeerde. Nu moeten jullie even begrijpen dat ik het hier niet over een kleine supermarkt heb die wij in Nederland hebben. Nee, deze supermarkten (Wallmart, Wullmart, nog een paar andere versies die op mart eindigen en Carrefoure) hebben op zijn minst de grote van een AH XXL als ze nog niet groter zijn. Het is verbazingwekkend wat je in deze winkels kan kopen, maar mijn favoriete gang (de favoriete gang van elke buitenlander) is de “geïmporteerde goederen” gang waar je “echt” eten kan kopen. Once upon a time liep ik door deze gang begeerlijk naar alle producten te kijken toen mijn oog plotseling getrokken werd door een paar woorden die ik nooit had verwacht te zien. Daar, in het schap stond in het Nederlands “Drop zonder toegevoegde suiker.” Dat ik probeerde geld te besparen en dat geïmporteerde producten in China relatief duur zijn, kon me op dat moment niks meer schelen. Zelf het feit dat ik juist zoete drop lekker vind en dat deze drop niet gezoet was, kon me niks schelen. Er stond daar potverdorie een product met Nederlandse woorden in een Chinees schap dus kon ik niet al te kieskeurig worden. Geloof me, als je in het buitenland bent en je ziet iets uit je eigen land dan maakt het je niet uit wat het is, je koopt het.

Maar dat terzijde laten we weer terug gaan naar het Chinese nieuwjaar. Stap een voor de meeste mensen die in Beijing achterblijven is inkopen doen. Waarom zeg ik voor de mensen die in de stad achterblijven? Omdat Beijing vanaf het weekend voor het Chinese nieuwjaar als een kraan leegloopt. Chinees nieuwjaar is namelijk een groot familiefeest dus iedereen gaat terug naar het huis van hun ouders buiten de stad. Aangezien zo veel mensen weg gaan krijg je bijna het idee dat heel Beijing afkomstig is van het platteland en het weggevluchte boeren kinderen zijn. Aan de ene kant is het heerlijk dat iedereen naar “huis” gaat, omdat er een deken van rust over de stad neerdaalt (behalve in de supermarkten waar ze zich massaal verzamelen als bijen in een bijenkorf), maar aan de andere kant voelt het ook wel een beetje griezelig aan. Op de dinsdag van mijn diploma-uitreiking ging ik samen met een aantal vrienden uit eten bij wijze van afscheid en de metro die we pakte was gewoon zo goed als leeg. Leeg, een haast lege metro in Beijing je houdt het je bijna niet voor mogelijk. Het is natuurlijk lekker, omdat je nu ruime keuze had aan zitplaatsen, maar als ik alleen de metro had moeten pakken had ik het toch wel een beetje verontrustend gevonden. Je raakt zo gewend om continu omgeven te zijn door een massa mensen, dat je bijna bevangen wordt door het idee dat er iets mis is als opeens de massa verdwijnt.

Nu het grootste gedeelte van Beijing al naar huis is gegaan, versieren ze de stad met honderden rode lampions die ze aan de lantaarnpalen hangen. Daarnaast worden de meeste voordeuren van appartementen gebouwen versierd met twee dingen. Ten eerste worden er aan de twee zijden van de deur en boven de deur rode plakkaten geplakt met daarop speciale gedichten die aan bepaalde regels moeten voldoen. Daarnaast wordt er op het midden van de deur “fuzi” geplakt (karakter van geluk). Als alles helemaal traditioneel wordt gedaan dan hangt dit karakter ondersteboven. Dit heeft te maken met twee woorden die dezelfde uitspraak hebben, maar een andere betekenis (een van de zo typische Chinese woordspelingen).

Een van de verhalen die uitlegt waarom ze dit karakter ondersteboven ophangen is het volgende. In de 9e eeuw was er een prins die het paleis had laten versieren voor Chinees nieuwjaar. Op Oudjaarsavond besloten de bedienden van de prins een grap met hem uit te halen door “fu” karakters door het hele paleis op te hangen. Een niet al te slimme bediende plakte al de karakters ondersteboven op. Het wordt gezegd dat de prins woedend was toen hij de karakters zag, maar gelukkig was er een bediende die snel van begrip was en snel kon nadenken. Bescheiden zei de bediende dat het een zegening van geluk moest zijn en dat de ondersteboven karakters betekende dat “geluk in aankomst is.”

Laat ik nu even terug komen op die woordspeling waar ik het eerder over had. In het Chinees gebruiken ze de zin “fu dao le” wat dus betekent “het aankomen van geluk” of “het geluk arriveert”. “Dao” heeft echter met dezelfde uitspraak een ander karakter en een andere betekenis. Dao kan namelijk ook in sommige gevallen “ondersteboven” betekenen. Als je dus zegt “fu dao le” zullen de meeste mensen uitgaan van de eerste betekenis, maar het kan dus ook de tweede betekenen. Als je een “fu” karakter dus ondersteboven ziet hangen kan je zeggen “ah, fu dao le” (ah, fu hangt ondersteboven), maar je zegt dus ook “ah, het geluk arriveert.” Zoals ik al zei een typisch Chinese woordspeling die als je het begrijpt logisch is en anders nergens op slaat. Ik kon de logica er wel in zien, maar een groot gedeelte van mijn klas begreep er aan het einde van de les nog steeds niks van.

Bijna alle buitendeuren van de appartementen gebouwen worden dus op deze manier versierd, maar ik geloof dat het er op de traditionele deuren een stuk mooier uitzag, omdat de oude Chinezen en hun tradities geen rekening hebben gehouden met de moderne, lelijke grijze voordeur.

Ook mijn gastgezin had al dit op hun deur geplakt en binnen in het huis nog een aantal stikkers op het raam geplakt een afbeelding van een schaap gemaakt in de traditionele papiersnij stijl.

Op 18 februari brak dan eindelijk Oudejaarsdag aan waar ik naar uitgekeken had, omdat ik benieuw was hoe mijn gastgezin deze feestdag zou vieren. Als eerste gaven ze me zo’n zelfde stikker die ik op het raam in mijn kamer kon opplakken en daarna gingen ze nog snel een paar laatste boodschapjes doen. Daarna gingen we samen met hun zoon, schoondochter en kleindochter naar een restaurant om daar zeer uitgebreid te gaan eten. Hierbij moet je denken aan Peking Duck, gefrituurde lotuswortel, varkensvlees, kip, groente, rijst en ga zo nog maar door. Na zo veel gegeten te hebben, moet je natuurlijk een dutje gaan doen, maar aangezien ik de volgende dag zou vertrekken ben ik vooral druk geweest met het inpakken van mijn koffers. Voor het avondeten hebben we wat restjes gegeten van de lunch, maar we hadden voor lunch allemaal zo veel gegeten dat we niet zo veel trek hadden in avondeten. Om acht uur begon het Nieuwjaargala dat tot twaalf uur zou duren en wat haast iedereen in China kijkt. Terwijl we met zijn alle voor de tv zaten, kwam ik nog twee andere tradities tegen uit Noord-China. Ik zeg hier bewust Noord-China, omdat er nogal een groot verschil kan zijn tussen de gewoontes in het noorden en zuiden van China. Mijn gastgezin is nog redelijk traditioneel dus terwijl we tv aan het kijken waren, maakte mijn gastgezin moeder, haar schoondochter en kleindochter en ik (alle vrouwen dus) jaozi (Chinese dumplings). Je maakt deze op Oudejaarsavond , maar je eet ze pas op Nieuwjaarsdag. Volgens mij heeft het weer iets te maken met een Chinese woordspeling, maar ze geloven dat je op deze manier het laatste beetje geluk van het oude jaar inpakt in de jaozi om het mee te brengen naar het nieuwe jaar. Het was dan ook geen verassing toen ik de volgende ochtend deze jaozi als ontbijt kreeg.

Daarnaast kreeg Emma (de kleindochter) van haar opa en oma een rode envelop met daarin geld. In China staat dit bekent als hongbao en elk kind (in dit geval ben je een kind totdat je ongetrouwd bent) krijgt deze op Oudjaarsavond of Nieuwjaarsdag. Het geld staat bekent als geluk geld en van wie kinderen deze krijgen hangt af van familie tot familie. Je kan begrijpen dat dit het favoriete deel is voor de meeste kinderen en ik kan je vertellen dat ze belachelijke hoeveelheden aan geld kunnen krijgen. Wat ze met al dat geld moeten doen en hoe het geld geluk kan brengen weet ik ook niet, maar soms moet je niet te lang willen nadenken over deze Chinese tradities en ze al helemaal niet om uitleg vragen, omdat ze vaak het antwoord ook niet weten. Het is gewoon zo.

Twaalf uur heb ik die avond niet gehaald, omdat ik zo moe was en ik niet vermoeid aan mijn 26 uur durende reis naar Australië wilde beginnen de volgende dag. Nou was er de hele avond al vuurwerk te zien dus heb ik niet echt veel gemist. Wel was mijn gastgezin verbaasd dat ik niet rond twaalf uur wakker was geworden, omdat de lucht blijkbaar gevuld was met vuurwerk, maar dan hebben ze nog geen kennis gemaakt met de slaapvaardigheden van de “ter Weeltjes”. Ik was wel zo slim geweest om mijn oordoppen in te doen, maar als ik eenmaal slaap, dan kan er nog een olifant door mijn kamer lopen en ik word nog niet wakker. Dit doet me altijd denken aan de vakantie in Denemarken toen we met de caravan aan zee stonden en het ’s avonds verschrikkelijk begon te stormen. Helemaal niks van gemerkt aangezien ik als een dode op bed lag te slapen.

Als laatste zal ik jullie nog de rede vertellen waarom de Chinezen met nieuwjaar vuurwerk afsteken en waarom je op de eerste dag van het nieuw jaar een rood kledingstuk moet dragen al is het je ondergoed of je sokken. Laten we dit stuk dus op dezelfde manier eindigen als we zijn begonnen, met een verhaal dat zich lang, lang geleden afspeelde.

Lang geleden leefde er een verschrikkelijk monster dat de mensen Nian noemden. Elk jaar, op de eerste dag van het nieuwe jaar, werd het monster wakker en werkte het zich een weg langs de berg naar beneden naar een dorpje. Het monster at al het graan en vee en als er nog een kind buiten op straat rondliep, verdween die.

Het dorp leefde in angst en elk jaar barricadeerde ze de deuren en ramen van hun huis op Nieuwjaarsdag om zich tegen het monster te beschermen totdat een oude man het dorp bezocht vlak voor het aanbreken van het nieuw jaar. Verbaasd door de angst waarin de dorpeling leefde, vroeg hij ze: ‘Waarom zijn jullie zo bang voor dit wezen? Jullie zijn met zo veel en hij is maar alleen. Ik neem aan dat hij nooit jullie allemaal op kan eten.’

Maar wat de oudere man ook zei, de dorpelingen bleven sceptisch en ook dit jaar verstopten ze zich weer in hun huizen. Die avond was er geen teken van Nian te bekennen met dank aan de oude man. Hij had Nian de hele avond als een paard bereden waardoor het wezen bij zonsopgang hongerig, maar te moe terug ging naar zijn grot. Dit deed de oude man voor enkele nachten totdat hij de dorpelingen meedeelde dat hij ze niet voor eeuwig kon beschermen. De oude man was meer dan hij op het eerste gezicht leek. Hij was een god en hij moest snel weer vertrekken om zijn andere taken uit te voeren. De dorpelingen waren bang dat op het moment dat de oude man zou vertrekken, Nian weer terug zou komen.

‘Het beest is makkelijk bang te maken.’ Stelde de oude man ze gerust. ‘Hij houdt niet van de kleur rood en hij vreest harde geluiden en vreemde dieren. Dus vanavond moeten jullie het dorp met rood versieren en hang rode borden op elke deur. Daarnaast moeten jullie een hoop lawaai maken met trommels, muziek en vuurwerk. Geef de kinderen maskers en lantaarns om hun te beschermen.’

De oude man vertrok en de dorpelingen volgde gehaast al zijn instructies op. Nian is nooit meer terug gekomen.

Ni qu nar?

Ni qu nar?

Hallo mensjes in het verre, natte Nederland. Hoe gaat het ermee? Ja ik weet het, het is alweer een tijdje geleden sinds ik voor het laatst heb geschreven en natuurlijk spijt het me allemaal heel erg, maar dat weten jullie zo onderhand ook al wel. Dus laten we al die gebruikelijke verontschuldigingen maar even overslaan en verdergaan met meer belangrijke zaken. Ja, ik heb heel wat redelijk belangrijke beslissingen moeten nemen in de afgelopen weken, maar ik laat jullie nog even in spanning afwachten voordat ik ga meedelen op wat voor gekke ideeën ik nou weer ben gekomen. Waarom zou je makkelijk doen als je ook moeilijk kan doen? Het is veel interessanter om moeilijk te doen als je het mij vraagt. Nou heeft al dat knopen-door-hakken voor twee dingen gezorgd in de afgelopen weken. Ten eerste, een hoop emotionele stress en verwarring waar voedselvergiftiging en op familie gerichte feestdagen niet echt bij hielpen (hier kom in later nog wel op terug). Ten tweede, heb ik het gevoel alsof er de afgelopen maanden niet zo heel erg veel is gebeurd aangezien ik in mijn hoofd zo druk bezig was dat een hoop belangrijke evenementen zo aan me voorbij zijn gegaan. Niet dat ik geen feestdagen of zo gevierd heb, maar als ik er zo op terug kijk, springen die herinneringen er niet met kop en schouders boven uit (ook al waren ze zeer zekers wel interessant.)

Voordat ik verder ga met het echte verhaal, wil ik me alvast verontschuldigen als mijn Nederlands soms een beetje gebrekkig is. Gelukkig heb ik een hele lieve vader die van te voren even alles voor mij checkt op vreemde (maar in zekere zin ook zeer knap geconstrueerde) zinnen. In heb het gevoel dat het erger is als ik spreek dan als ik schrijf aangezien ik hier geen enkel woord Nederlands spreek tenzij ik met iemand aan het skypen ben. Laten we maar zeggen dat het een van de symptomen is die je kan verwachten als je voor een langere periode in een ander land woont (een van de symptomen.) Hierdoor geïnspireerd heb ik besloten een korte lijst te maken. Met trots presenteer ik:

Tekens dat je te lang in Beijing het gewoond:

1.Zoals ik al zei, een hoop talen gaan erop vooruit, maar je moedertaal niet.

2. Het moment dat je jezelf erop het betrapt dat je niet van je mobieltje op hebt gekeken voordat je de straat overstak, maar gewoon de massa Chinezen hebt gevolgd. (Belangrijke tip als je de vaardigheid van het oversteken-in-Chinees-verkeer nog niet helemaal te pakken hebt gekregen: gewoon oversteken met de massa.)

3. Je op momenten oversteekt die in Nederland levensgevaarlijk zouden lijken, maar hier makkelijk haalbaar zijn. (Het was heel erg grappig toen we met een hoop nieuwe studenten op pad gingen. Alle oude studenten stonden al aan de andere kant van de straat terwijl de nieuwe studenten nog aan de andere kant stonden te wachten op een “geschikt” moment om over te steken.)

4. Je kijkt niet eens meer op als iemand toetert, maar doet rustig een stapje opzij als het nodig is.

5. Je loopt meer op de straat dan op de stoep, want zeg nou zelf, het is veel makkelijk om op de straat te lopen.

6. Je gek genoeg bent om je veilig te voelen in een bus of taxi ook al rijdt de chauffeur als een maniak.

7. Je niet meer zo beleefd bent tegen oude Chinese vrouwtjes (de mannen zijn een stuk minder erg) aangezien je weet hoe doortrapt ze kunnen zijn. Dit betekent dat je ze niet meer zomaar voorlaat in de bus. Regel nummer een: laat sowieso niemand zomaar voor je in de bus (of metro) stappen. Jij wil een zitplaats dus moet je er voor vechten. Verder met de oude vrouwtjes. Ja ze zullen proberen voor je te gaan staan in de rij ook al stond jij er al vijf minuten in. Een keer was er zelfs een student aan het wachten voor een kraampje voor zijn eten. Hij had al betaald en toen het klaar was, kwam er uit het niks een oud vrouwtje dat in een van de flats woonde naar het kraampje toe, pakte het eten en liep zonder te betalen terug haar huis is.

8. Nog even terugkomend op het bemachtigen van een zitplaats. Je weet dat je te lang in Beijing bent geweest als je in je hoofd een lijst met je meest doordachte tactieken hebt om een zitplaats te bemachtigen.

9. Je in de bus altijd de stoel aan het gangpad neemt ook al is de stoel ernaast aan het raam vrij en moet je twaalf haltes later pas uitstappen. Dit is iets dat ik zelf nog niet altijd doe aangezien ik ervan hou om uit het raam te staren, maar geen enkele Chinees gaat in de bus aan het raam zitten. Als er dan iemand aankomt die naast ze wil komen zitten dan schuiven ze ook niet beleefd op, maar laten ze die persoon helemaal moeilijk, half klimmend en hoofd tegen het plafond aan stotend in de stoel aan het raam plaatsnemen. Eerlijk gezegd vind ik dit een zeer irritante gewoonte.

10. Je definitie van druk drastisch is veranderd. In China is het druk in het openbaarvervoer als iedereen als sardientjes in blik op elkaar gedrukt staat. Vol is wanneer een trein al uitpuilt van de mensen, maar toch drie extra mensen hebben besloten dat ze niet op de volgende trein kunnen wachten (die nog geen minuut later komt tijdens spitsuur). Het enige wat iedereen in de trein houdt zijn de deuren (als ze eindelijk dicht zijn nadat ze drie keer op een aantal lichaamsdelen zijn gestoten en weer open zijn gesprongen), maar als de deuren open gaan tuimelt iedereen er weer uit. Rustig is hier als je geen direct contact met iemand hoeft te maken en als je uit meerdere zitplaatsen kan kiezen dan moet je of op een vreemde tijd reizen of een belangrijke waarschuwing hebben gemist.

11. Een andere definitie die hier verandert is die van goedkoop en duur. In het begin lijkt een hoop in China goedkoop, maar ik waarschuw je, hier raak te snel aan gewend. 2 euro vijftig is een dure lunch en meer dan vijftien cent betalen voor veertig minuten met de bus is belachelijk.

12. Je een mes niet meer nodig hebt aangezien je met een lepel ook makkelijk dingen op je brood kan smeren.

Laten we de lijst hier maar even beëindigen voordat ik straks niks anders meer kan schrijven. Ik weet dat sommige van jullie willen weten hoe mijn nieuwe gastgezin enz is, maar ik wil dit verhaal een beetje op chronologische volgorde te schrijven zodat je dan een beter beeld krijgt van hoe ik me op sommige momenten voelde.

De vorige keer waren we geëindigd rond Sinterklaas en het begin van de Kerstvakantie die drie weken zou duren(dat lijkt alweer een eeuwigheid geleden). Het begin van de vakantie was niet zo spannend aangezien ik dringend toe was aan vakantie en ik dus vooral lekker wilde ontspannen. Het eerste weekend was ik samen met een vriendin van mij, die goed Chinees kan en ook naar EF gaat, naar de kapper geweest wat een zeer interessante ervaring op zich was. Eerst heb ik drie uur zitten wachten, omdat Julia haar haar wilde kleuren en haar haar niet zo goed kleurde waardoor ik moest wachten, omdat we dezelfde kapper zouden hebben. Toen het eindelijk mijn beurt was, werd ik naar de wastafel begeleid waar een meisje mijn haar zou wassen. Daar lag ik dan, mijn haar nog droog en wel in de wasbak terwijl het meisje en drie andere kappers er eerst een tijdje naar bleven kijken. Toen ze eindelijk begon met wassen bleven de andere kappers gewoon toekijken en stelde ze af en toe vragen (in Chinees niet te vergeten). Nou begreep ik niet altijd wat ze zeiden waardoor ze tegen elkaar begonnen te zeggen: “Ze verstaat het niet.” Nou ken ik irritant genoeg deze zin in het Chinees wel, waardoor ik continue mensen hoor zeggen dat ik iets niet begrijp.

Met vers geknipt haar was ik klaar voor de vakantie, maar halverwege de eerste week zakte mijn hele vakantie als een pudding in elkaar toen ik de zo gevreesde reizigersvoedselvergiftiging kreeg. Ik moet toegeven dat ik een beetje arrogant was geworden en dat ik dacht dat ik zo onderhand wel veilig was (niet dat ik stomme dingen deed zoals mijn groente en fruit niet meer goed wassen), maar wat had ik het mis. Ik ben in jaren niet meer zo ziek geweest en het hielp niet dat ik dit moest meemaken aan de andere kant van de wereld ver verwijderd van mijn ouders. Ik voelde me al een paar dagen niet zo goed, maar het was ergens laat in de ochtend toen alles mis ging. Julia was weg met een vriendin, de vader van het gastgezin sliep en was toch niet zo veel hulp, ik had voor het eerst in jaren overgegeven en mama en papa lagen nog diep te slapen kilometers ver weg. Voor het eerst in een hele lange tijd heb ik werkelijk niks anders kunnen doen dan op bed liggen, hopend dat ik in slaap zou vallen. Dit waren een paar zeer duistere dagen van mijn verblijf in China waarin ik niets liever wilde dan naar huis gaan zodat mijn ouders voor me konden zorgen, omdat ik zeer begon te twijfelen aan het gezonde verstand van de Chinezen. Ik had grote moeite om te eten en heb dan ook een paar dagen alleen maar overleefd op de mariakaakjes die Julia voor me had gekocht. Natuurlijk was het gastgezin bezorgd om mijn niet bestaande eetlust, maar het eten dat ze wilden dat ik at (hoe welbedoeld het ook was) waren nou juist dingen die ik nooit aan iemand met een opstandige maag zou geven. Het begon met een appel (ik kan me nog goed herinneren hoe ik toen ik jong was een appel at toen ik ziek was en die binnen de kortste keren weer uitgespuugd had, dus die appel zette ik opstandig op mijn bureau), daarna volgde nog een paar andere gekke dingen totdat ik ze na een paar dagen maar vertelde dat ik alleen maar brood wilde eten aangezien mijn Nederlandse maag daar aangewend was. God wat was ik ziek en wat verlangde ik naar normaal Nederlands eten zoals een boterham met gestampte muisjes iets dat ik alleen maar eet als ik ziek ben. Het duurde heel wat dagen voordat ik de geur van groente weer kan verdragen.

Gelukkig was ik nog wel op tijd beter voor kerst of in dit geval Kerstavond, omdat dat blijkbaar het begin van Kerst is in Zweden en we worden hier nou eenmaal gedomineerd door de Zweedse mensen dus vierden we kerstavond. Dit was een andere gezellige, maar ook weer zeer interessante avond. Iedereen had zelf voor wat te eten gezorgd wat voor een zeer gevarieerd kerstbuffet zorgde. Julia had nog wat problemen met de gastvader aangezien ze het fornuis wilde gebruiken om gehaktballen op te maken, maar dat mocht ze niet doen, omdat we de gastvader zijn eer gekrenkt hadden. Blijkbaar was hij boos, omdat we dingen hadden gebakken en hij niet had kunnen proeven, omdat hij telkens uit huis was de keren dat we iets voor onszelf maakte en we helemaal vergaten om hem iets te geven aangezien we te druk bezig waren om meimei (het dochtertje) van de taart af te houden. Uiteindelijk kon Julia de beroemde Zweedse gehaktballen nog bij Carin maken dus ja de Zweedse gehaktballen waren ook in het kerstbuffet aanwezig. Ik weet niet of ik de foto van het kersteten al op de pagina heb gezet, maar anders zal ik dat snel doen zodat jullie kunnen zien wat we allemaal hebben gegeten die avond. Verder hebben we ook nog het dobbelspel gespeeld dat wij normaal met Sinterklaas doen, ook al waren de regels minder leuk dan wij ze in Nederland hebben. Na Kerstavond was het kerstgevoel er een beetje vanaf. Op Tweede Kerstdag was het kerstgevoel zo goed als dood aangezien blijkbaar niemand ooit van Tweede Kerstdag had gehoord, dus niemand vierde het en ik moest mijn hele kamer in een paar te kleine koffers en tassen pakken aangezien ik de volgende dag naar mijn nieuwe gastgezin zou vertrekken.

Het ging allemaal weer mis toen Julia op vrijdag avond, de avond voor ons vertrek, aan onze gastvader vroeg hoe laat we de volgende dag zouden vertrekken. Om elf uur zou hij mij naar mijn nieuwe gastgezin brengen, maar tot onze verassing zei hij dat Julia pas de week erna zou vertrekken. Er was weer van alles misgegaan. Lang verhaal kort, Julia zou eerst inderdaad de week erna vertrekken aangezien haar vader die week langs zou komen en ze niet wilde verhuizen terwijl hij er was. Nou werd haar vaders vlucht gewijzigd waardoor hij nu pas een stuk later zou komen, waardoor ze weer had geregeld dat ze op dezelfde dag als ik zou kunnen verhuizen. Ik was erbij toen ze dit met een medewerker van school regelde, maar blijkbaar was dit niet in het systeem gezet. Ik zou hele pagina’s kunnen schrijven over alles wat er die avond is gebeurd, maar ik weet niet of jullie dat interessant zullen vinden. Het was een groot fiasco aangezien de medewerker met wie ze had gesproken niet in Beijing was en pas de volgde dag weer bereikbaar zou zijn en de directrice van de school maar bleef herhalen dat alles niet in het systeem stond dus dat ze niks kon doen etc etc. Julia was boos, de gastvader was boos en ik probeerde een beetje tussen iedereen door te lopen om een directe oorlog te voorkomen. Waar we die avond achter zijn gekomen is dat Chinezen niet graag toegeven dat ze een fout hebben gemaakt (als de school dat wel had gedaan dan hadden we een hoop narigheid die avond kunnen voorkomen). Ten tweede kunnen ze met zeer slappe excuusjes aankomen, van de auto is te klein om al jullie spullen te vervoeren (wij hebben de auto gezien en geloof me hij was gigantisch), tot jullie hebben een hoop spullen en geen lift dus jullie gastvader kan nooit al die spullen naar beneden dragen (‘Sorry’, zei ik toen ik de telefoon maar had opgenomen voor Julia omdat ze zo boos was, ‘maar wij zijn in staat om onze eigen spullen naar benden te dragen.’ Wie had ooit verwacht dat ik dat zou zeggen!. Het laatste en meest bizarre excuus was dat de gastvader niet twee keer op en neer wilde reizen terwijl Julia en ik op loopafstand van elkaar zouden wonen. Een ander ding waar we achter kwamen was dat eer hier een heel groot ding is vooral voor mannen, aangezien de directrice van de school maar bleef zeggen hoe onze gastvader het gevoel had dat zijn eer gekrenkt was aangezien ze hem niet eerder hadden laten weten dat Julia ook zou vertrekken die dag. Een hoop gespannen uren later kon Julia de volgde dag toch met mij vertrekken. Gelukkig want ik kan begrijpen dat ze geen zin had om langer te blijven nadat ze al haar spullen had gepakt.

De tweede week van mijn vakantie kwam zo dus ook niet aan een rustig eind al moet ik de goden bedanken voor mijn nieuwe gastgezin. Ik heb helaas geen huisgenootje meer, iets waardoor ik nog best boos was met de school aangezien ik niet het idee kreeg dat ze ook maar een greintje moeite deden om Julia en ik in hetzelfde gastgezin te krijgen ook al was het niet onze fout dat we moesten verhuizen en ook al wisten we dat het niet moeilijk was om ons in hetzelfde huis te plaatsen, maar goed. Ik zit hier nu dan wel alleen, maar ik leef heel erg dichtbij de rest en het maakt niet zo veel uit aangezien mijn gastgezin zo lief is. Ik woon in een klein appartement met een oud Chinees vrouwtje en een oude Chinese meneer die een keer Taiqi bij ons op school had gegeven. Ze spreken allebei geen Engels, ook al vindt de Taiqi leraar het wel leuk om te leren. In hetzelfde gebouw alleen een paar verdiepingen onder ons, wonen hun zoon (die een tijdje op zakenreis was dus die heb ik later pas ontmoet), hun schoondochter en hun kleindochter. Mijn nieuwe meimei, Emma is ook vier, ook een beetje verwend, maar lijkt verder in verste verte niet op mijn oude meimei die continue schreeuwde. In tegenstelling, Emma is juist redelijk verlegen en is druk bezig met Engels leren dus vragen ze mij vaak of ik met haar Engels wil oefenen. Hun zoon en schoondochter spreken wel wat Engels (zeer gebrekkig) wat toch wel makkelijk is op momenten dat je echt iets duidelijk moet maken. Waarom is dit gastgezin zo geweldig? Niet alleen omdat ze zo zorgzaam zijn, maar ook omdat ze me meteen in hun leven hebben betrokken en hun schoondochter me samen met Emma naar van alles heeft meegenomen. We zijn naar het Olympisch park geweest, naar een tentoonstelling waarin de meest prachtige ijssculpturen stonden en we zijn meerdere keren wezen schaatsen aangezien Emma (en ik) dat zo leuk vindt. Ja, ik heb weer eens geluk gehad.

Ook al had ik de hoofdprijs met mijn gastgezin gewonnen toch had ik nog steeds stemmingswisselingen, omdat mijn vakantie tot dat punt verre van ontspannend was geweest en ik in tweestrijd was met wat in na 20 februari wilde gaan doen als mijn tijd bij EF afgelopen zou zijn.

Nieuwjaar kwam en het was weer een van de vreemdste feestdagen die ik ooit heb gevierd. Eerst gingen we gezellig met een hele groep uiteten en daarna waren we van plan om naar een show te gaan bij het Olympisch stadion, maar we hadden de pech dat we aan de verkeerde kant van het Olympisch park waren waardoor we er niet in konden. Daar stonden we, in de kou, samen met een hoop andere Chinezen mensen die dezelfde fout hadden gemaakt. Er was nergens een klok die aftelde, dus stonden we allemaal rond een mobieltje te wachten totdat er twaalf uur zou komen te staan. Terwijl wij elkaar allemaal blij gelukkig nieuwjaar begonnen te wensen keken alle Chinezen ons allemaal aan (sommige begonnen ons te filmen, maar daar zijn we onderhand wel aan gewend), maar verder deden ze niks. Er was geen vuurwerk en ik geloof niet dat ik ook maar een Chinees een ander heb zien omhelzen en gelukkig nieuwjaar heb zien wensen. Nou zijn ze hier niet zo van het fysieke contact als het niet nodig is dus misschien komt het daardoor. Zelfs het vuurwerk ontbrak dus al met al was het een zeer…uhm on-enthousiast nieuwjaar. Gelukkig wisten we er zelf wel iets van te maken dus hadden we uiteindelijk nog steeds lol.

Toen ik op 1 januari wakker werd ergens laat in de ochtend en ik in mijn pyjama de woonkamer in liep, werd ik verrast door alle familieleden die er op de bank zaten. Zoals ik al zei proberen ze me hier echt bij hun leven te betrekken dus namen ze me die avond mee uit eten waar ik een ander vreemd gerecht heb gegeten, namelijk varkenspoot. Kunnen we dat ook weer van mijn lijstje afstrepen.

Zo kwam de vakantie alweer abrupt aan zijn einde en was het alweer tijd om terug te gaan naar school waar ik meteen werd geconfronteerd met de horde aan nieuwe studenten die aan waren gekomen. Niet dat ze allemaal niet aardig waren, maar moe als ik nog steeds was en nadat ik na weken gewend was geraakt aan de rustige atmosfeer op school was het wel even wennen om opeens omringt te zijn door zo veel herrie en mensen. Nou moet ik eerlijk bekennen dat ik niet zo heel veel met de nieuwe mensen omga. Het is niet dat ik helemaal niet met ze praat, maar ik voel niet zo de drang om ze echt heel erg goed te leren kennen en een diepe band te vormen aangezien dat gewoon niet mogelijk is in de aantal weken dat ik hier nog ben. Je hebt al zulke goede vriendschappen gevormd met de mensen waarmee je begon dat je merkt dat je veel liever de laatste weken veel met hun omgaat voordat je ze daarna voor langere periodes niet meer gaat zien.

Verder was school niet zo bijzonder. Ik heb twee weken geleden mijn laatste toets gehad waarvoor ik weer maar een fout had (woehoe). Ze boden me nog aan om voor twee weken een niveau omhoog te gaan, maar gebaseerd op het feit dat de klas boven mij niet een paar hoofdstukken, maar een heel boek op ons vooruit liepen, heb ik dit aanbod maar vriendelijk afgewezen aangezien ik niet geloof dat dit een zeer reëel aanbod was. Helaas heb ik het weer de pech gehad om een voedselvergiftiging op te lopen maar gelukkig is die wel een stuk minder erg en wist ik deze keer beter wat ik moest doen, maar nog steeds is het geen pretje om zo ziek te zijn. Een heel belangrijke tip als je in China boodschappen doet vooral in de kleinere winkels: check de datum aangezien meer dan de helft van de producten minstens een maand over de datum is als je geluk hebt. Dit is waardoor ik deze keer waarschijnlijk weer zo ziek ben geworden.

Ook nog een laatste paar dingen die ik wil zeggen voordat ik dan eindelijk ga vertellen wat ik allemaal gepland heb.

Ten eerste heeft mijn gebouw geen 4e, 13een 14everdieping. Dit komt omdat het nummer 4 in het Chinees lijkt op het woord voor dood en 13 hebben ze denk ik overgenomen van sommige westerse landen. Niet een hoop gebouwen hebben dit, maar blijkbaar is mijn gebouw ontworpen door een zeer bijgelovige Chinees. Geef zo bijvoorbeeld ook nooit een klok of horloge cadeau, want dan zeg je eigenlijk dat de gene die het cadeau krijgt snel gaat overlijden (dus nog bedankt Nina, Laura en Cynthia voor het horloge dat jullie me hebben gegeven voordat ik vertrok haha). Ik kan nog wat andere dingen opnoemen, maar laten we dat voor een volgende keer bewaren.

Ten tweede is “going Dutch” blijkbaar een spreekwoord in China, wat betekend dat iedereen voor zichzelf betaald als je bijvoorbeeld uit eten gaat aangezien wij Nederlanders nou eenmaal gierige krenten zijn.

Verder dingen die ik de afgelopen tijd een hoop heb gehoord aangezien ik zo ziek ben geweest is Chinese tips om snel beter te worden. Het eerste wat iedereen hier zegt is dat je een hoop warm water moet drinken. Alles moet warm zijn als je ziek bent ook al verlang ik als ik pijn heb juist heel erg naar koelte, omdat dat alles een beetje verdoofd naar mijn mening en ik me dan minder misselijk voel. Ik moet dus toegeven dat ik koppig het raam in mijn kamer open heb laten staan en ik geen warmere pyjama heb aangetrokken. Ook heb ik een zeer vieze soep gekregen die bestond uit water, bruine suiker en een hoop gember. Je zou hierdoor gaan zweten wat natuurlijk goed is als je ziek bent, maar verder had ik bij elke slok het gevoel dat ik een keelinfectie had en probeerde te slikken. Niet plezierig.

Dan nog snel even een waarschuwing voor als je een taxi neemt in Beijing. Het is natuurlijk belangrijk dat je er zeker van bent dat als je 100 en 50 yuan briefjes niet nep zijn, maar pas ook goed op in de taxi’s. Sommige zullen namelijk jouw goede briefje aannemen om die dan snel te vervangen voor een neppe terwijl jij het niet doorhebt. Daarna doen ze alsof ze het briefje nog even willen controleren om je dan mee te delen dat het geld dat je ze hebt gegeven nep is. Op zo’n moment is het natuurlijk de bedoeling dat jij geschrokken je excuses aanbiedt en ze opnieuw geld geeft. Trap hier niet in en zeg gewoon dat je de politie belt als je denkt dat ze jouw geld hebben gewisseld. Vaak begrijpen ze dat woord wel en zullen ze dan niet doen alsof er niks aan de hand is en je gewoon je wisselgeld geven. Dit is Julia en mij gelukkig maar een keer overkomen en gelukkig wist Julia wat ze moest doen.

Hmm, aan de lengte van dit belachelijk lange verhaal te zien is er blijkbaar toch wel een hoop gebeurd de afgelopen twee maanden.

Nou dat als laatste nog maar even alle plannen die ik mezelf op de hals hebt gehaald ook al zouden sommige van jullie het wel al weten. Ik wist ondanks alle hoogte- en dieptepunten dat ik langer in Beijing wilde blijven, maar ik wist ook zeker dat ik wel een aantal weken vakantie nodig had voordat ik verder zou gaan met leren. Ik heb gewoon even een pauze nodig van de constante taalbarrière die er natuurlijk toch is dus ik wilde ergens heen waar het warm was en waar ze Engels spraken. Dus toen kwam ik uit op Australië en ik had een goed excuus om daarheen te gaan aangezien ik nu toch al halverwege was en ik daar familie heb. Dus ik vlieg nu in mijn eentje op 20 februari vanaf Beijing naar Sydney om vijf weken in Australië te verblijven. Ik zal natuurlijk een tijdje bij familie zijn, maar verder ga ik alleen al backpackend wat rondreizen en gelukkig is Australië hier het perfecte land voor aangezien het haast gemaakt is voor backpackers. Daarna vlieg ik eind maart weer terug naar Beijing om hier voor een andere twaalf weken verder te gaan met mijn Chinese studie alleen nu aan de Beijing universiteit van cultuur en taal. Als het goed is en als ik op niet meer gekke ideeën kom, vlieg ik nu op 19 juni terug naar Nederland. Ik ga dus weer aan een heel ander avontuur beginnen, maar ik heb er wel heel erg veel zin in.

Ni hao Sinterklaas

Ni hao Sinterklaas

(A/N) Ik begrijp dat het onderhand alweer kerst is en dat sinterklaas al een tijdje terug is in Spanje, maar m.b.v mijn geweldige vader hebben we eindelijk mijn VPN aan de praat gekregen waardoor ik dit nu pas kan uploaden. Prettige kerstdagen iedereen!

Op trillende benen loop ik het laatste stuk van de gang. Ik werp nog een verlangende blik over mijn schouder naar de deur die ik nog vaag in het schemerige licht kan waarnemen. De verleiding is daar om gewoon om te draaien en me te verstoppen in mijn wereld van rust en kalmte, waar ik alle prioriteiten kan laten vallen en ik me kan storten in andermans verhalen. Ik zucht en weet met moeite mijn blik van de deur los te scheuren. Nog een paar stappen en dan was ik er. Voor me verdween de gang abrupt in een hoek van negentig graden. Er was geen enkele mogelijkheid om er achter te komen wat de rest van de gang me zou brengen. Ik breek in angstzweet uit en druk mezelf tegen de koude stenen muur, maar een paar centimeter van de hoek verwijderd. Er gaat een rilling door me heen. Niet van het zweet of de kilte van de stenen die alle warmte in mijn lichaam lijkt te absorberen, maar van pure zenuwen. Hoe kon ik iedereen onder ogen komen nadat ik mijn belofte had gebroken? Het was maar een simpele belofte en toch had ik mezelf er niet aan weten te houden. Stom? Ja en niet te vergeten egoïstisch. Maar wat gebeurd is, is gebeurd en het enige wat ik nu nog kon doen was de consequenties van mijn daden ondergaan. Ik neem nog een laatste teug adem, mijn hart wild kloppende hart het enige geluid dat ik hoor en zet een vastberaden stap de hoek om. Even gebeurt er niks, maar dan wordt de stilte ruw verstoord door het geschreeuw van een woedende menigte.

‘Waar ben je geweest?’

‘Hoe kan je ons zo snel vergeten?’

‘Je had beloofd om ons op de hoogte te houden!’

Ondanks al het geroep, kan ik een glimlach niet onderdrukken. Het voelde goed om terug te zijn.

??mensen in Nederland! Long time no seen, moet ik helaas weer zeggen. Volgens mij is dit de langste periode geweest waarin ik niks van me heb laten horen, woeps. Maar ik had gezegd dat ik zou proberen om sneller iets up te loaden, ik heb dus niks beloofd (nou moet ik eerlijk toegeven dat ik het niet eens echt heb geprobeerd maar laten we het niet over de details hebben). Ik heb trouwens een paar goede excuses bedacht voor deze late update. Ten eerste had ik het druk met school en leren (ja lieve mensen, dit is echt waar ik ben hier gewoon netjes aan het leren). Ten tweede heeft mijn VPN (het programma dat ik gebruikt om op hier geblokkeerde sites te komen) besloten om een eigen leven te gaan leiden waardoor ik geen blogpost kan uploaden, omdat dat tergend langzaam gaat. Dus zie je, ik heb mijn redenen deze keer…(kuch, kuch).

Terwijl ik dit schrijf wordt ik begeleid door de prachtige achtergrond muziek van mijn kleine Chinese zusje die in een van haar gebruikelijke huilsessies is uitgebarsten en maar ‘??’ (letterlijke vertaling ‘Don’t want’) blijft schreeuwen. Wat is het toch heerlijk om samen met een verwent Chinees kind te leven, onze kleine prinses in huis. Ze heeft ook echt haar goede momenten hoor, maar ik verbaas me soms wel over de manier van opvoeden hier. Ach ja, het is niet mijn kind dus bemoei ik me er maar niet mee.

Trouwens nog een fijne Sinterklaas iedereen! Ik hoop dat niemand van jullie mee is genomen naar Spanje. Eerlijk gezegd zou ik best meegenomen naar Spanje willen worden op het moment, want wat is het momenteel koud hier! Komt allemaal door die ijzige wind die plotseling is opgestoken, maar daardoor is er wel bijna geen luchtvervuiling dus laten we het maar positief bekijken. Gelukkig staat onderhand de centrale verwarming wel al aan. De meeste gebouwen in Beijing hebben namelijk een centrale verwarming die alleen door de overheid aangezet kan worden. Dit gebeurt altijd op een vaste datum en dit jaar was dat 15 november. Helaas voor ons was het lang voor 15 november al ijskoud aan het worden en met geen verwarming om je huis op te warmen, betekende dit lagen kleren over elkaar aantrekken. Maar zelfs al had je drie lagen kleren aan en zat je op je bed onder de dekens, het kon de kou niet buiten houden. Voor twee weken lang heb ik met ijskoude handen rondgelopen voordat ze eindelijk de verwarming aanzetten. De enige momenten waarop ik het die dagen warm had, was als ik onder de douche stond of als ik in bed lag. De rest van de tijd zat ik op school met mijn jas aan en thuis onder de dekens ingepakt te leren. Het was uiteindelijk zo koud dat ze een aantal dagen van te voren de verwarming al aan hadden gezet. Nu kan ik als ik uit mijn raam kijk allemaal stoom (laten we hopen dat het stoom is) uit hoge torens zien komen. Verder heb ik niet veel te klagen over het weer hier. Ja, het is koud, maar in de drie maanden (al meer dan drie maanden) dat ik hier heb gezeten, heeft het volgens mij maar drie of vier keer geregend. Toch wel iets beter dan alle sombere dagen in het natte Nederland en ook al is het even wennen toch geniet ik met volle teugen van het mooie droge weer hier (als we geen aandacht aan de luchtvervuiling besteden). Ik denk dat ik dit verkies boven een half uur door de stromende regen naar school fietsen.

Waar verder te gaan, waar verder te gaan? Een van de problemen die je tegenkomt als ze zo lang niks schrijft. Laat ik het verhaal oppakken bij die laatste toets waar ik het laatste verhaal mee was geëindigd. Ik wil niet opscheppen, maar met trots deel ik mee dat ik voor die toets 100% had. Ja, zelfs in het verre China kunnen we nog goede punten halen. Nou moeten jullie niet te erg onder de indruk zijn, omdat de toets niet zo veel voorstelde als je gewoon netjes had geleerd. Eerlijk gezegd was ik dan ook redelijk gefrustreerd toen ik de toets maakte, omdat ik zo hard had geleerd en ik er maar weinig van kon laten zien. Het grootste gedeelte van mijn klas had de toets ook goed gemaakt dus werden we allemaal een niveau hoger geplaatst en kreeg ik een andere leraar, Dong ??. Dit hogere niveau betekende wel dat we twee hoofdstukken (soort van) oversloegen, omdat de andere studenten die al op dat niveau zaten die al hadden gehad. Volgens de leraar was dat niet het grootste probleem, omdat de focus daar niet op zou liggen, maar ik kon het natuurlijk toch niet laten om in mijn vrije tijd alles in te halen. Misschien waren de woorden in de les niet altijd even belangrijk, maar je weet nooit wanneer je ze in het echte leven nodig hebt.

Dat was toets één, maar met schaamte moet ik bekennen dat ik in de tussen tijd alweer een andere toets heb gehad (wat een constante irritante herinnering is dat ik heel lang niks meer heb geschreven). Deze keer hoef ik jullie niet in spanning te laten wachten op de uitslag, want voor deze toets had ik 99%. Woehoe. Nu was er echter geen mogelijkheid om een niveau omhoog te springen, omdat de school had besloten om alle leerlingen in maar twee klassen te verdelen, omdat er “te weinig” studenten op het moment zijn. Tot de kerstvakantie, die 13 december begint, zijn er dus maar twee klassen. Natuurlijk begrijpt ik hun redenen, maar in het begin was ik redelijk geïrriteerd dat ze zomaar iedereen bij elkaar gooien. Voor mijn klas is het nog niet zo’n groot probleem, omdat de klas onder ons niet zo heel ver achterliep op ons, maar ik weet dat er redelijk grote niveauverschillen in de hogere klas zijn dus vind ik het een beetje oneerlijk. Het is misschien maar voor twee weken, maar dat zijn wel twee weken waarvoor we hebben betaald en ik vind dat mensen op zijn minst op hun eigen niveau les moeten krijgen. Nou komen er na de vakantie een hoop nieuwe studenten dus dan worden alle klassen heringedeeld. We zullen zien hoe alles dan gaat.

Wat is er de afgelopen tijd nog meer in Beijing gebeurd? Nou, enkele weken geleden heb ik het ‘perfecte’ Beijing mogen ervaren wat een heerlijke beleving was. De APEC, Asian Pacific Economic Cooperation, laten we simpelweg zeggen de EU van Azië had zijn 28e bijeenkomst dit jaar in Beijing. Een hoop belangrijke wereldleiders waren dus een week lang in Beijing aanwezig, onder andere Obama, ook al vraag ik me nog steeds af waarom hij er bij moest zijn. Volgens mij is deze organisatie duidelijk voor Azië, maar natuurlijk moet de VS ook aanwezig zijn. Aangezien alle wereldleiders blijkbaar in een hotel dicht bij school verbleven en we net in de klas aan het leren waren hoe we in het Chinees konden vragen waar iets was, leidde dit tot een week lang grapjes over de vraag waar Obama was. Op papier klinkt het niet zo grappig, maar wij hadden er de grootste lol mee. Helaas werd ons idee om een praktijkles te hebben waarin we opzoek zouden gaan naar Obama afgewezen. Oke, maar om even terug te komen op het perfecte Beijing en wat ik daarmee bedoelde. Laten we zeggen dat de lucht die week constant blauw en helder was, dat er geen langzaam rijdend verkeer was en dat ik elke dag in de bus kon zitten in plaats van staan. Ja, China gaat ver als het een goede indruk wil maken en geen maatregel is te gek. Allereerst moeten ze natuurlijk iets aan de luchtvervuiling doen, want je kan niet je stad laten zien als het omhuld is in een deken van “mist” a.k.a. luchtvervuiling. Er zijn twee maatregelen waar ik van af weet, maar het zal me niks verbazen als er meer zijn (ik zal hier een keer meer onderzoek naar doen). Als eerste sloten ze een week voor aanvang van de bijeenkomst alle (of bijna alle) fabrieken in en rondom Beijing. Daarna halveren ze het aantal auto’s dat mag rijden wat niet alleen de uitstoot vermindert, maar ook zorgt dat het verkeer beter doorstroomt. Nou is er hier al een regel dat als je vandaag je auto gebruikt, je er morgen niet in mag rijden, maar die wordt dus alleen maar aangescherpt. Een ander probleem waar Beijing mee te maken heeft is het aantal mensen en dan vooral tijdens de spits in de ochtend en avond. Nou zou je zeggen wat kan je daar tegen doen, maar ook hier heeft China een oplossing voor weten te vinden. Het was een vrijdag toen ik voor het eerst merkte hoe rustig het in de bus was geweest en ik me afvroeg waar alle mensen naartoe waren gegaan. Een leraar op school wist me het antwoord te geven. Niet alleen hadden een hoop mensen een week of een paar dagen vakantie, maar het rooster van de mensen die wel nog gewoon werkten was omgegooid. Sommige mensen die normaal op zaterdag en zondag vrij waren, moesten nu opeens die dagen werken en kregen die andere dagen vrij. Zo verspreidden de bedrijven de werktijden waardoor er minder mensen op een dag hoefde te werken en het dus minder druk zou zijn. Ik moet toegeven dat het redelijk slim is en mij hoor je niet klagen, omdat ik een week lang van rust en goede lucht kon genieten. Je begrijpt wel mijn teleurstelling toen alles weer normaal werd en ik met mijn mondkapje mezelf aan een paal moest vastklampen in de bus, omdat de chauffeur als een gek aan het rijden was. Gelukkig hoef ik vaak niet lang te staan door een combinatie van puur geluk en mijn groeiende vaardigheid om een stoel te bemachtigen.

Dat doet me trouwens herinneren aan de avond van Halloween toen Julia en ik in alle drukte een taxi probeerde te bemachtigen. Ik hoefde nog geen vijf minuten te wachten of Julia had een taxi gevonden. In de taxi hoorde ik hoe ze een onafgesproken sprintwedstrijd had gewonnen van een aantal Chinese meisjes die de taxi ook hadden gezien en er naartoe begonnen te rennen. Helaas kunnen Chinezen niet op tegen lange Europese benen en Julia wist dan ook met gemak eerder bij de taxi te komen. Ik ben haar nog steeds dankbaar, want al mijn andere klasgenoten hebben daar daarna nog meer dan een uur gestaan. Ik denk dat dat het hoogtepunt van mijn eerste Halloween was. Ja, helaas moet ik zeggen dat mijn Halloween een grote mislukking was. Samen met een hoop andere klasgenoten had ik me opgegeven voor een activiteit die door school georganiseerd was. We zouden naar een geheime locatie gaan en het was niet bedoeld voor mensen die makkelijk bang waren. Het was dus eigenlijk niks voor mij, omdat ik voor haast alles bang ben in het donker met dank aan mijn te grote fantasie, maar met dank aan groepsdruk gaf ik me toch op. Wat wij met zijn alle verwachtten was dus dat we naar een of ander spookhuis gingen, maar goden wat hadden wij het fout. Uiteindelijk kwamen we, nadat we meer dan een uur in een bus hadden gezeten die ook nog een vastliep in het verkeer, uit bij het grote pretpark in Beijing die speciaal voor Halloween open zou zijn. Duizenden, duizenden en duizenden mensen in een park waarvan alle achtbanen ook nog eens gesloten waren, is niet mijn definitie van een leuke avond. Uiteindelijk hebben we alleen maar een beetje rondgelopen en ons daarna met moeite een weg naar de uitgang weten te banen. Niks Halloween achtig aan dus.

Dat brengt me meteen bij de volgende feestdag, Sinterklaas. Ik geloof dat dat het eerste moment was waarop ik het werkelijk jammer vond dat er geen Nederlanders op school waren, omdat ondanks alle uitleg de niet-Nederlanders nooit echt het concept van Sinterklaas kunnen begrijpen. Ja, de meeste begrepen wel dat dit in Nederland de belangrijkste feestdag is (in mijn ogen in ieder geval) en dat het een beetje op de Kerstman leek, maar ze bleven het toch een beetje vreemd vinden (niet in een negatieve manier hoor). Het moeilijkste was om ze over Zwarte Piet te vertellen en ze ervan te overtuigen dat het niet racistisch was (iets waarin ik tot mijn spijt in heb gefaald). Gelukkig konden we er allemaal wel om lachen. Helaas voor mij viel de reis naar Xian, waar alle studenten bijna naartoe gingen, tegelijk met Sinterklaas dus was er geen mogelijkheid om het echt met mijn vrienden te kunnen vieren. De dag voor Sinterklaas had ik het daar wel moeilijk mee, omdat bijna iedereen die ochtend was vertrokken, maar toch heb ik op 5 December Sinterklaas op mijn eigen manier kunnen vieren. En toen drong het pas goed tot me door dat ik helemaal niet alleen was. Ten eerste had Julia, die ook naar Xian was, een cadeautje voor me achtergelaten met een gedicht waar ik niks van afwist. Donderdag 4 december was ik ziek en bleef ik dus thuis. Toen ik wakker werd, was Julia al vertrokken, maar beneden op tafel vond ik een cadeautje en een zelfgemaakte kaart. Toen ik aan tafel mijn ontbijt aan het eten was, kwam mijn gastgezin vader naar me toe met mijn schoen en keerde hem boven de tafel om. Je wilt niet weten hoe verbaasd ik was toen er een hele lading (Chinese)chocolademunten uit mijn schoen tevoorschijn kwam. Op dat moment kon ik wel in huilen uitbarsten, omdat ik niet had verwacht dat Julia dat allemaal zou doen en dat ze al die kleine dingen die ik haar over Sinterklaas had verteld had onthouden. Pas achteraf moest ik lachen om Davids gezicht toen hij met zijn niet altijd goede ochtendhumeur de schoen omkeerde. Volgens mij begreep hij het doel er niet helemaal van aangezien Chinezen Sinterklaas en zijn tradities natuurlijk niet kennen en het onmogelijk uit te leggen is met mijn gebrekkige Chinees. Mijn Sinterklaas begon dus al goed en werd alleen maar beter door het pakje dat ik van papa die week had ontvangen met daarin allemaal Nederlands eten. Volgens mijn klasgenoten hebben ze me nog nooit met zo’n blik van pure vreugde zien kijken. Op het moment zijn mijn pot pindakaas, hagelslag, schuddebuikjes, stroopwafels, pepernoten, chocoladeletter en taaitaai mijn grootste schatten en als het moet zou ik ze met mijn leven bewaken. ’s Avonds heb ik nog even met de familie geskypt, dus al met al was een goede Sinterklaas. Beter dan ik ooit had kunnen verwachten.

Hoe gaat het met mijn Chinees? Het gaat, maar de perfectionist die ik ben, kan ik alleen maar zien wat ik nog niet kan en niet wat al wel kan. Ik kan jullie in ieder geval vertellen dat door het vele Engels en Chinees mijn Nederlands achteruit aan het gaan is. Met schaamte moet ik bekennen dat ik net niet op het Nederlandse woord egoïstisch kon komen en dat ik het vanuit het Engels naar het Nederlands op het internet moest vertalen.

Laat ik als laatste nog even kort iets zeggen over het leven in het gastgezin. Ik heb het nog steeds leuk hier ook al leeft iedereen in het huis een beetje zijn eigen leventje (wat ik wel lekker vind). Het is handig dat Julia en ik meer en meer Chinees kunnen spreken en verstaan waardoor miscommunicaties minder voorkomen. Er was namelijk een dag waarop ik in de ochtend tegen Hanna had gezegd dat ik ’s avonds niet thuis zou eten, maar dat ik aan het einde van de middag wel nog even thuis zou komen. Toen ik in de middag echter thuis kwam samen met Julia en een vriendin waarmee ik die avond uit eten zou gaan, kwam Hanna naar me toe en vertelde me dat ik het voortaan moest laten weten als er een vriendin langs zou komen (niet schreeuwend hoor, Hanna praat eerder alsof ze heel erg verdrietig is). Ik kon het natuurlijk wel begrijpen, maar een deel van me begreep niet waarom het zo’n groot punt was aangezien we binnen de kortste keren weer weg zouden zijn. Toen we klaar waren om weer te vertrekken zag ik beneden i.p.v. een kom voor Julia, drie kommen met eten staan. Toen begreep ik pas dat Hanna dacht dat de vriendin ook zou blijven eten terwijl ik dacht dat ik in de ochtend duidelijk had gemaakt dat alleen Julia die avond thuis zou eten. Zo zie je maar in wat voor “lastige” situaties je terecht kan komen door een taalbarrière (niet dat het een verschrikkelijk groot probleem is hoor). Nu we het toch over eten hebben, wil ik nog even meedelen dat ik nog geen insect heb gegeten hier. Wel heb ik lever gegeten en een soep met orgaanvlees. Ik zat in een klein Chinees restaurant waar ze een hoop traditioneel eten uit Beijing hadden lekker te genieten van mijn soep. Er zaten stukjes in waarvan ik geen idee had wat het was, maar ik vond het heerlijk (oke het zag er al een beetje verdacht uit, het had een vreemde vorm, het was duidelijk geen groente en het had niet de textuur van vlees, maar goed). Enthousiast vroeg ik wat de mysterieuze stukjes waren. Het bleek darm te zijn. Even pauzeerde ik, het stukje vlees nog in mijn stokjes boven mijn kom houdend en inderdaad het had de vorm van een doorgesneden darm. Daarna haalde ik mijn schouders op, stak het stuk darm in mijn mond en ging rustig verder met eten. Volgens mij was iedereen een beetje teleurgesteld met mijn onverschillige reactie, maar het kon me op dat moment en nu nog steeds niks schelen. Het was lekker en je leert hier om niet moeilijk te doen als het op eten aankomt. Als het lekker is, is het lekker en meer hoef je niet te weten.

Ik wil toch nog even snel terugkomen op het gastgezin. Eind december, begin januari moeten Julia en ik helaas van gastgezin wisselen. Meimei is de laaste tijd vaak ziek geweest. Eerlijk gezegd weet ik niet wanneer ze thuis blijft, omdat ze ziek is of omdat ze niet naar school wil, maar blijkbaar is ze een hoop ziek. Hierdoor willen Hanna en David even een tijdje geen studenten hebben zodat ze op haar kunnen focussen. Nou geloof ik niet dat ze veel last van ons hebben aangezien we bijna altijd boven in onze kamers zitten, maar het is hun beslissing. Voor mij is het in ieder geval irritant, omdat ik dan al mijn spullen (en ik heb een hoop spullen, goed voor twee grote koffers en twee handbagage koffertjes vol en dan hebben we het nog niets eens over de spullen die ik hier heb gekocht). Het is nog niet zeker waar Julia en ik terecht gaan komen, maar we hebben het duidelijk gemaakt dat we het liefst bij elkaar willen blijven. Ik hoop het beste! We zullen zien. Zolang het geen kleine, donkere kamer is en zolang ik geen kamer hoef te delen is het voor mij best, maar ik weet wel dat ik mijn kamer hier ga missen.

Nou laat ik er maar eens een eind aan gaan knopen. Ik zou nog wel even door kunnen gaan, maar ik wil niet een heel boekwerk in een keer schrijven dus moet de rest maar wachten tot de volgende keer en ik beloof dat dat deze keer niet een eeuwigheid gaat duren. Zolang jullie maar weten dat ik hier nog steeds de tijd van mijn leven heb en dat ik koude rillingen krijg bij het idee dat ik over minder dan drie maanden alweer naar huis moet. Sorry, jullie zijn allemaal geweldig, maar ik denk dat het beter zou zijn als jullie me hier komen opzoeken. Wat denken jullie ervan?

Ni hao, gege

Ni hao, gege

STILL ALIVE!! Maak je geen zorgen, ik ben niet gekidnapt door de Chinese maffia of gevangengenomen door de overheid. Nu we het toch over de overheid hebben, blijkbaar hebben die Instagram nu ook geblokkeerd door de protesten in Hong Kong. Het blijft toch wel een beetje een vreemd land.

Maar dat is natuurlijk geen excuus om zo lang niks meer te posten of iets van me te laten horen. Ik geloof dat de meeste mensen geen idee hebben hoe het met me gaat, omdat ik ze het niet laat weten. Mijn excuses voor mijn plotselinge verdwijnen van de wereld (eigenlijk ben ik aan de andere kant van de wereld verdwenen en niet van de wereld, maar laten we het maar niet over de details hebben).

Ik kan begrijpen dat de meesten mensen zich afvragen wat ik in godsnaam de afgelopen maand heb gedaan en om eerlijk te zijn vraag ik me dat zelf ook af. Het ene moment zat ik hier nog maar net een week en daarna “poef” ben ik hier alweer anderhalve maand. Tijd is hier maar een vreemd iets, want aan de ene kant vliegen de weken voorbij, maar aan de andere kant heb ik het gevoel dat ik hier al maanden zit zo normaal voelt alles aan. Ik denk dat het door school komt, dat je meteen opslokt. Omdat ik het intensieve programma heb, zit ik alle dagen, op vrijdag na, tot 15:50 op school. Voordat je thuis bent is het alweer kwart voor vijf en heb je even tijd voor een korte pauze voordat het alweer tijd is om te eten. Na het eten nog even wat studeren en voordat je het weet is het alweer tijd om naar bed te gaan. ‘Wo lei le’ (Ik ben moe) was een van de eerste zinnen die we leerden en ik moet zeggen dat hij zeer van pas komt. Ik weet niet wat het is in Beijing dat je zo moe maakt (misschien de slechte lucht) maar ik kan vaak genoeg zeggen dat ik moe ben. Nou ben ik ook nog eens iemand die veel slaap nodig heeft om normaal te functioneren dus ik lig bijna elke avond vroeg in bed. Als ik geluk heb is het de volgende dag dinsdag of donderdag waardoor ik een beetje kan uitslapen. Op dinsdag beginnen mijn lessen namelijk pas om 13:00 uur en op donderdag om 10:30 uur, maar anders is het gewoon om 6:45 opstaan.

Nu moeten jullie niet denken dat ik alleen maar met school bezig ben, want er is natuurlijk altijd nog tijd voor leuke dingen. Karaoke, naar een van de vele clubs gaan, bezienswaardigheden bezoeken of gewoon gezellig een film kijken. Ik kan je zeggen dat Beijing je opslokt en het soms moeilijk is om er uit te komen, maar ik kan niet zeggen dat ik het erg vind. Mijn tweede week is hier dan ook een perfect voorbeeld voor. Maandag karaoke en als echte Chinezen zonder schaamte uit volle borst gezongen. Woensdag afscheid feest van de ene Belg die ons nog een VIP room in wist te krijgen in een van de clubs. Het heeft zo zijn voordelen om een buitenlander te zijn in China, vooral als je een meisje bent. Op sommige plekken mogen wij gewoon doorlopen bij een beveiligingsscan en ik geloof niet dat ze me ooit hebben gefouilleerd voordat ik een club in mocht of dat ik ook de entreeprijs heb moeten betalen. Natuurlijk wordt je wel veel aangekeken en zie je mensen “stiekem” foto’s maken, maar dat kan alleen maar een boost voor je zelfvertrouwen zijn. De dag daarna nog een afscheidsfeest, maar deze keer voor de andere Belg die allebei die vrijdag weg zouden gaan. Vrijdag heeft mijn leraar alleen maar lachend gevraagd :’Ni lei ma? Ni lei ma?’ (Are you tired, are you tired), omdat de helft van de klas er als wandelende zombies bijzat. De dag werd alleen maar beter toen bleek dat we in de middag nog naar een sportschool zouden gaan om een Chinese dans te leren, maar ik ben tegen het einde met de twee Belgen weggegaan om ze het Zomerpaleis te laten zien, waardoor ik nog even snel een paar uur Nederlands heb kunnen praten voordat de laatste Nederlandssprekende mensen zouden vertrekken. Nu ben ik de enige Nederlandssprekende student op school, maar ik kan niet zeggen dat het me dwars zit. Je raakt zo snel gewend aan het Engels praten.

Nou wil ik nog even terug komen op die Chinese dans. Dat was blijkbaar niet eenmalig, want de week erna kwam een van de medewerkers van EF naar me toe om te vragen of ik en een paar andere meisjes die dans samen met de danslerares wilde opvoeren. Maar natuurlijk. Ik kon mezelf al helemaal in een mooie Chinese jurk zien dansen dus ik zei zonder er verder bij na te denken ja. Wat had ik het mis wat de jurken betreft. Het waren niet eens jurken, maar foeilelijke blauwe pakken die me alleen maar deden denken aan een sambabal-gone-wrong. Maar dit is Beijing dus no shame en ik heb uiteindelijk nog hele populaire groene thee gekregen als bedankje. Daarna me nog snel omgekleed, omdat we een opdracht in hetzelfde park hadden om mensen aan te spreken en ze een paar vragen te stellen. Mijn leraar heeft nog geprobeerd om ons aan Chinezen te koppelen, maar ik had hem gelukkig door waardoor ik een al gênante gebeurtenis niet nog gênanter maakte. Dus een tip, zeg vooral niet zomaar ‘ni hao, gege’ tegen een willekeurige jongen hier. Officieel betekent “gege” oudere broer dus dat kan je tegen iemand zeggen waar je heel hecht mee bent en als die ouder is dan jij bent (een meisje kan het bijvoorbeeld tegen haar vriendje zeggen als ze zou willen). Zeg je het tegen iemand die je niet kent, dan laat je eigenlijk met dat ene woord blijken dat je de jongen aantrekkelijk vindt en dat je interesse hebt. Mijn leraar wilde dus dat ik dat tegen een jongen zou zeggen, maar ik had hem wel door.

Mijn leraar is trouwens heel erg grappig. Soms wordt de klas in teams verdeeld en dan moeten we tegen elkaar een spel spelen om te kijken of we de nieuwe karakters kennen. Dat op zich is al grappig, maar het beste gedeelte is de straf die het verliezende team krijgt en waar de leraar zelf vaak de meeste lol om heeft. Ja mensen, de winnaar wordt hier niet beloond, maar de verliezer wordt gestraft. Denk hierbij aan zingen, dansen enz. Na een week wist ik ook eindelijk hoe ik de leraar moest noemen. We mogen hem namelijk bij zijn voornaam noemen, maar ik ben op het Lorentz zo gewend geraakt om een leraar meneer te noemen of hem bij zijn achternaam aan te spreken, dat ik het heel erg ongemakkelijk vond om een leraar bij zijn voornaam aan te moeten spreken. Daar ben ik nu gelukkig vanaf, omdat ik nu weet hoe Chinezen studenten hun leraar aanspreken en ik dat voortaan ook maar zeg. Probleem opgelost.

Op school heb ik het verder heel erg naar mijn zin. Veel huiswerk krijg je hier niet echt en alles wat je buiten school aan studeren wilt doen, moet puur op eigen initiatief zijn. Natuurlijk zegt de leraar wel dat je iets moet door nemen, maar er zijn geen echte consequenties behalve dat je minder snel leert. Ik kan nu uit eigen ervaring zeggen dat Chinees inderdaad een moeilijke taal is. Je hebt niks aan de kennis die je van andere talen hebt en je moet weer vanaf het begin beginnen. Zeg maar gedag tegen het alfabet en hallo tegen de Intials en Finals van het Pinyin wat je kan vergelijken met klinkers en medeklinkers. Als je denkt dat je die onder de knie hebt, komen de vier tonen erbij. Het lastigste is dat als je soms een kleine fout maakt, de mensen het niet meer begrijpen. In de klas is het natuurlijk anders, omdat de leraar weet wat je probeert te zeggen, maar die luxe heb je niet met de rest van de bevolking. Na een paar weken kan ik natuurlijk wel al het een en ander begrijpen, maar vaak zijn er twee problemen. Een, de mensen praten hier belachelijk snel en twee, het duurt soms een tijdje voor mijn hersenen de informatie verwerkt hebben, dus voordat ik doorheb wat de persoon zei is het alweer te laat voor een reactie. Toch gaat er niks boven het gevoel van trots dat ik krijg als ik in staat ben om meimei te begrijpen en ik ook nog een reactie terug kan geven. Het is toch wel leuk als je kan begrijpen wanneer iemand in het Chinees zegt dat je er mooi uitziet.

Het gastgezin vind ik nog steeds geweldig. Ik heb de school dan ook laten weten dat ik in het gastgezin wil blijven en niet halverwege wil verhuizen naar de residentie. Ik bedoel maar, mijn eten wordt hier voor me klaargemaakt, het is schoon, mijn was wordt voor me gedaan als ik erom vraag en ik heb mijn eigen kamer. Die kamer moet ik trouwens wel zelf schoonmaken met een zeer ouderwetse bezem en veger, maar verder hoor je me niet klagen. Is wonen in een Chinees appartement anders dan in een Nederlands appartement? Ja zeker. Als ik een douche wil nemen, moet ik eerst de warmwatergeiser aanzetten en op de gewenste temperatuur instellen en vooral niet vergeten om die na het douchen weer uit te zetten. Met je schoenen of op je sokken/blote voeten door het huis lopen is niet de bedoeling. Ze hebben ons slippers gegeven waarmee we door het huis lopen en als er mensen op visite komen, gaat de kast open en krijgen ook zij een paar van deze slippers. Laatst liep ik voor de eerste keer op blote voeten naar beneden toen de ouders niet thuis waren en het voelde zo vreemd aan. Nog een verschil is natuurlijk het drinkwater. Na enkele weken is mijn lichaam natuurlijk wel in zekere mate aan het water gewend dus ik kan het water uit de kraan nu gebruiken om mijn tanden te poetsen en dat soort dingen, maar als ik jou was zou ik het niet drinken. Kraanwater wordt eerst gekookt en daarna in twee grote thermoskannen gegoten (die wonderbaarlijk goed werken) en een beetje wordt in een theepot geschonken voor als je koud water wilt.

Zo zou ik nog wel even door kunnen gaan, maar laten we dat maar voor een andere keer bewaren. Belangrijker op het moment is de week vakantie die ik heb gehad van woensdag 1 oktober tot en met dinsdag 7 oktober in verband met de nationale feestdag. Naast het feit dat deze vakantie op een woensdag begon in plaats van een maandag, was het in het algemeen al vreemd om zo snel al vakantie te hebben. Veel heb ik die week niet gedaan. Ik ben naar de Pearlmarket geweest waar je een hoop dingen heel goedkoop (en nep) kan krijgen als je maar goed kan afdingen. Gelukkig kan mijn huisgenootje Julia heel goed afdingen dus ik heb haar soms maar al het werk laten doen. Ik ben ook nog met een groep vrienden van school en een Chinees meisje, die een aantal van hen kende, naar een groot park geweest net buiten Beijing. Heerlijk drie uur in de bus geslapen, geloof me, binnen een paar weken leer je hoe je als een echte Chinees overal in slaap kan vallen. Het park was mooi, maar we hadden het weer een beetje tegen. Het hoogte punt was toen drie van de jongens besloten om te gaan bungeejumpen en toen het Chinese meisje mee moest naar het politiebureau, omdat ze nep geld had. Nu niet meteen schrikken en denken dat ze een crimineel is, omdat nep geld hier heel erg normaal is en je er goed voor moet oppassen. Vooral met de 100 yuan briefjes moet je oppassen, zelfs als je ze uit de pinautomaat bij een bank hebt gekregen. Er zijn een hoop dingen die je kan controleren om te zien of het een nep of echt briefje is dus ik raad je aan om je daar in te verdiepen voordat je naar China gaat. Niet dat je meteen in de problemen komt als je een nepbriefje hebt, soms krijg je hem gewoon terug en zegt de caissière dat die nep is. Als je dan een nieuwe geeft die echt is, is er vaak geen enkel probleem, maar toch moet je oppassen. Ik geloof niet dat je hier als een buitenlander in contact wilt raken met de politie.

Voordat ik het wist, was de vakantie alweer over en moesten we weer terug naar school. Ik heb nog een balletschool gevonden waar ik voortaan elke dinsdagochtend heenga, ik heb dan geen school, om toch een beetje te bewegen. De school is heel erg leuk en ze spreken er Chinees, Japans en een beetje Engels. De lerares is ook heel aardig ook al kent ze geen medelijden als je aan het rekken bent. Ik stond nog redelijk relaxt in een positie om mijn schouders en rug te rekken tot dat zij langskwam en besloot dat ik nog wel wat dieper kon gaan. Hup, daar werd ik naar beneden geduwd. Toch voelt het heerlijk om weer ballet te kunnen doen. En eerlijk gezegd hou ik er wel van als de leraar een beetje streng is. Ik weet niet waarom, maar ik vind dat nou eenmaal bij ballet horen. Om nog even wat dieper in te gaan op sporten in het algemeen, als je van hardlopen houdt moet je hier wel oppassen en de luchtvervuiling in de gaten houden. Het kan namelijk gevaarlijk zijn om buiten hard te gaan lopen als de luchtvervuiling boven een bepaalde waarde komt. Dat is een van de enige minpuntjes aan Beijing, de luchtvervuiling. Het is niet elke dag heel erg, maar je hebt soms van die droge, windstille dagen waarop je in de bus zit naar buiten kijkend en je een bepaald gebouw niet of nauwelijks meer kan zien door de luchtvervuiling. Een dag was het zelfs zo erg dat mijn gastgezinvader me afraadde om die dag voor een lange tijd naar buiten te gaan. Natuurlijk kan je maskers kopen, maar die helpen ook niet tegen alles. Het was wel grappig dat op de dag dat de luchtvervuiling zo erg was er een voetbalwedstrijd was tussen Brazilië en Argentinië in het Olympisch stadion. Ik weet niet wat de overheid heeft gedaan, maar een uur voor aanvang van de wedstrijd daalde de vervuilingswaarde van boven de 300 ug/m3, wat echt gevaarlijk kan zijn voor je gezondheid, naar 28 ug/m3. Hoe ze het hebben gedaan weet ik niet, maar ik denk dat dat het toeval is geweest.

Al met al heb ik het nog steeds geweldig in Beijing. Afgelopen vrijdag heb ik mijn eerste toets gehad waarmee ze willen controleren hoe het met je vooruitgang gaat dus ik zal maandag wel zien hoe dat is gegaan. Ik zal proberen om deze keer iets sneller iets te uploaden en niet weer te verdwijnen (we zullen zien hoe dat gaat).