Ni Hao Woutje in China

Bùcuò, shì ba? Zuid-China

Bùcuò, shì ba? Zuid-China

De eerste indruk van China had ik tijdens de lange dag(en) reizen al gekregen, maar het was eindelijk tijd om ook de mooie en oude dingen te zien te krijgen. Dong Village, waar we een nacht zouden verblijven, is een klein dorpje ergens midden in de bergen in het zuiden van China. Als je gestrest bent en alleen tot rust wilt komen in de natuur kan ik je zeker aanraden om daar heen te gaan. Het is daar zo stil dat het ’s avonds een beetje angstaanjagend is. In eerste instantie had ik mijn eigen kamer, met een eenpersoonsbed en een tweepersoonsbed dus tot de dag van vandaag is het me nog steeds een raadsel waarom we niet met zijn drieën op een kamer sliepen, maar goed. Ik had dus mijn eigen kamer wat me natuurlijk in het begin heerlijk leek, maar toen ik ’s avonds alleen in een veel te grote kamer lag en het zo dood stil was, vond ik het toch minder fijn dan ik had gedacht. Ik ben natuurlijk gewend aan de geluiden van de stad en met mijn veel te grote fantasie was het geen pretje daar zo alleen in een driepersoons kamer. Daarom toch maar even mama naar mijn kamer laten verhuizen om daarna heerlijk te hebben geslapen. Een ding waar je je ook alvast mentaal op moet voorbereiden als je naar China gaat, is dat alle bedden hier hard zijn. Het zijn geen stenen waar je op slaapt, maar het matras is wel hard. Vergeleken met mijn wolkje waar ik thuis op slaap, is natuurlijk elk bed hard, maar deze zijn ook voor mensen met normale matrassen nog hard. Thuis was ik bang dat ik door de harde bedden nauwelijks zou kunnen slapen, maar gelukkig voor mij heb ik van de harde bedden, noch het snurken echt last en val ik elke keer als een blok in slaap. De dag dat we aan waren gekomen in Dong Village hadden we ook meteen een excursie naar de Wind en Regen bruggen waar het dorp bekent om was. Daar kwam ik voor de eerste keer in contact met meisjes die begonnen te giechelen en gillen toen ik naar ze glimlachte en met me op de foto wilden. Ook al hadden meer dan genoeg mensen gezegd dat zoiets zou gebeuren, toch is het vreemd als het ook werkelijk gebeurt, omdat je er thuis niks van kan voorstellen. Daaraan merk je wel dat je in een klein en niet zo toeristisch dorpje terecht bent gekomen, want op meer toeristische plekken kijken mensen veel minder naar je om. Het was ook wel leuk om te zien hoe een stel jongens in de rivier aan het duiken waren en telkens met iets mee naar boven kwamen. Het duurde even voordat we doorhadden dat ze slakken aan het verzamelen waren (ik dacht eerst stenen) die ze daarna in een bak gingen schoonmaken. Mooi om te zien hoe mensen op dit soort plekken echt nog hun eigen eten kunnen vinden in plaats van alles in de supermarkt te kopen.

In het dorpje waren we ook nog naar een voorstelling geweest waar ze traditionele muziek maakten om daar op te dansen. Voordat de show begon gingen ze eerste alle toeschouwers een voor een langs om dan een shotglaasje aan je mond te zetten en die achterover te kieperen. Of je het wilde of niet, je moest drinken. In het glaasje zat iets van rijstwijn met een heel hoog alcoholpercentage dus echt lekker was het niet te noemen. Ik weet niet waarom ze eerste het publiek volgooien met alcohol voordat het optreden begint, maar waarschijnlijk is het een traditie die ik niet helemaal begrijp. De voorstelling was leuk om te zien totdat we zelf mee moesten gaan dansen wat natuurlijk een hoop gelach was (misschien was dit de rede voor de alcohol?)

Op de weg terug naar ons hotel werden we nog verrast door een tropische regenbui, het zuiden heeft nog steeds een subtropisch klimaat dus is het net zo vochtig en warm als het in Hong Kong was. Gelukkig konden we schuilen onder zo’n Regen en Wind brug, kon die ook nog even zijn naam waarmaken.

Al met al hadden we al een hoop van het plattelandsleven kunnen ervaren voordat we de volgende ochtend vroeg naar het volgende dorpje vertrokken. Het was ongeveer twee uur rijden, maar onze reis werd nog met minstens een uur vertraagd doordat we midden in de bergen in de file stonden. Volgens mij had dit voorkomen kunnen worden als er iemand was geweest die het verkeer had geregeld, er lag namelijk iets op de weg waardoor er maar een richting kon rijden, maar er wordt hier niet aan veerkeerregelen gedaan. Na een hoop gekronkel door de bergen en nadat we onze grote koffers ergens beneden aan de berg in een opslag achter hadden moeten laten, kwamen we op een grote parkeerplaats aan die vol stond met bussen. Snel nog even wat noedelsoep gegeten bij zo’n lokaalstalletje om daarna weer op weg te gaan. Het laatste stuk moesten we echter lopen, omdat het dorp met de auto niet bereikbaar was. We hadden twee kleine koffertjes waarvan er een in een mand ging die op de rug van een mevrouwtje omhoog gedragen zou worden nadat onze gids hierover onderhandeld had. Het andere koffertje droeg hij zelf, omdat hij het anders te duur vond worden. Met het idee dat het maar een half uurtje omhoog lopen zou zijn, begonnen we vol goede moed in de stikkende hitte (het was het heetste moment van de dag) aan de wandeltocht. Wat hadden wij het fout! Het bleek helemaal geen half uur te zijn, maar anderhalf uur! De hoofdweg, waarmee je met de auto al dichter bij het dorp kon komen, was onbegaanbaar geworden door een aardverschuiving waardoor we een oude route moesten nemen en helemaal kronkelend over allemaal bospaadjes omhoog moesten komen. Ik heb een diep respect voor dat vrouwtje die dezelfde route moest lopen alleen dan nog met de koffer op haar rug. Goed nat kwamen we in het kleine dorpje aan dat een prachtig uitzicht had over de rijstterrassen. De rest van de middag hadden we gelukkig vrij en konden we bijkomen van deze hele wandelexpeditie. De volgende dag moesten weer vroeg op voor een excursie van twee uur door de rijstvelden. Het enige wat ik tijdens die twee uur gezegd heb is: ‘Mooi, he?’ en dat is ook de enige manier waarop ik het kan omschrijven. Helaas voor mij was ‘mooi’ een van de enige Nederlandse woorden die onze gids kon begrijpen, dus een paar keer moest hij lachen als hij het me weer hoorde zeggen en herhaalde me dan. Gelukkig dat we vroeg waren opgestaan, ook al voelde ik me tijdens het opstaan niet zo gelukkig, want hierdoor wisten we de heetste momenten van de dag te vermijden.

De rest van de dag hebben we zelf nog een beetje rondgelopen (mijn benen voelden toch zwaarder aan dan normaal door de klim van de dag ervoor), maar we hebben ook nog lekker wat uitgerust. Die avond weer heerlijk gegeten in het restaurantje dat onze gids had aangewezen en ik had weer lekker een groot glas vers watermeloen sap (je ziet hier heel veel watermeloenen).

De twijfel die ik in het dorpje ervoor had, begon langzaam weg te ebben toen ik het prachtige landschap had gezien en langzaam een beetje aan het land begon te wennen. Niet dat ik opeens nergens meer van opkeek! Het was alleen dat ik het minder vreemd vond, als ik uit het niets een luide rochel hoorde en daarna iemand op straat zag spugen. Waarom ze het doen, weet ik niet, maar ik begon er langzaam aan te wennen en probeerde er vooral niet te veel bij stil te staan. Als ik er zo over nadenk, probeer ik wel bij heel veel dingen niet te veel stil te staan, maar ik denk dat dat in een land als China op sommige momenten wel noodzakelijk is.

De tijd vloog voorbij en voor dat ik het wist was het alweer een dag later en tijd om aan de tocht naar beneden te gaan beginnen. Het mevrouwtje stond ons alweer trouw op te wachten en om haar een beetje te sparen hadden we het koffertje iets minder zwaar gemaakt dan de vorige keer, wat helaas voor de gids betekende dat het koffertje dat hij droeg iets zwaarder was (oepsie). De tocht naar beneden ging aanzienlijk sneller dan die omhoog en was dan ook een stuk minder zwaar, maar dat kwam misschien ook, omdat we nu wisten was we konden verwachten. Mama en ik waren net aan het bespreken dat we zo’n bewondering hadden voor de kracht van het mevrouwtje toen we haar opeens achter in een soort karretje voorbij zagen rijden. Het laatste stuk van de weg (nog best wel een eind) was namelijk wel toegankelijk voor kleine wagentjes en het mevrouwtje had besloten om het laatste gedeelte lekker naar beneden te crossen. Ik geef haar geen ongelijk. In haar plaats had ik precies hetzelfde gedaan al betwijfel ik of ik ooit met een koffer op mijn rug was gaan lopen.

Weer een paar uur in de auto en deze keer op weg naar alweer de laatste bestemming in het zuiden van China, namelijk het Karst gebergte. Dit is een heel bekend gebergte in China waar we drie nachten in het Moondance Resort zouden verblijven. Alleen de naam al liet me naar deze plek uitkijken. Na weer een hoop hobbelige wegen, kwamen we bij de eerste snelweg tegen en kregen we toch een beetje het beeld te zien wat we hadden verwacht. Bij China denk ik namelijk toch wel een beetje aan orde aan discipline, maar daar hadden we nog weinig van gezien. Langs de snelweg zagen we hier echter wel wat van terug. In plaats van dat er normale bomen langs de weg stonden, waren hier netjes en strak gesnoeide struiken en struikachtige boompjes. Van deze orde was van de snelweg af echter weinig te bekennen en ik hield mijn hart vast toen de auto zonder te stoppen een rivier in reed. Voor ons leek het een rivier, maar eigenlijk was het een weg over een rivier heen die door vele regenval overstroomd was geraakt waardoor het net een deel van de rivier leek. Ik vreesde toch wel even voor mijn leven en zag ons al per ongeluk van de weg af rijden en met auto en al de rivier in vallen. Maar we overleefden en het kwamen veilig en al aan in ons volgende hotel. Het hotel had een Nederlandse eigenaar (je zou ook ergens eens geen Nederlanders tegen komen). De kamer, als je het een kamer kan noemen, was gigantisch en ik had een reusachtig hemelbed waar ik met mijn armen helemaal gespreid kon liggen zonder de randen van het bed te raken. Ik begrijp nu waar de naam hemelbed vandaan komt, want het leek inderdaad even alsof ik in de hemel beland was (maar ik leefde gelukkig nog!). Ook had het een zwembad wat goed van pas kwam met het warme, vochtige weer.

Die avond hadden we meteen even een planning gemaakt voor de komende dagen, omdat we de excursies zelf in moesten vullen. Dag een zijn we gaan kanoën op de Li-rivier. Eigenlijk waren papa en mama gaan kanoën, omdat ik door het zonnige weer werd verbannen naar de boot die met de groep meevoer. Op dat moment was ik er niet zo blij mee, maar als ik dat niet had gedaan was ik levend verbrand en gelukkig hoefde ik daardoor niet de verschrikkelijke cowboyhoed op die ik in het hotel had gekregen, omdat ik zelf geen pet of hoed meehad. Je kan maar beter een optimistische blik houden. Papa en mama waren natuurlijk gesloopt na twee uur lang kanoën, dus hebben we de rest van de dag lekker ontspannen (en watermeloen sap gedronken!) ’s Avonds zijn we nog naar een show geweest van dezelfde choreograaf die ook de opening van de Olympische spelen had gemaakt. Het werd in het donker op het water gehouden en het was heel indrukwekkend om alle lichtjes te zien en al die chinezen die eraan meededen en dat waren er een hoop! Ondertussen zat wel mijn nek nog steeds verschrikkelijk vast door het slapen op de lage kussens die ze hier hebben en het dragen van mijn tas.

De volgende dag zou het tegen de 37 graden worden en dat is met deze luchtvochtigheid hier een ware hel. Toch hadden we ons niks van de temperatuur aangetrokken en hielden we ons strak aan onze planning. Voor die dag bestond die uit het beklimmen van 800 treden naar de Moonhill. Dit is een opening in de berg die er net uitziet als een maan. Ik hoef denk ik niet uit te leggen hoe zwaar het lopen was. Met verbeten gezichten en wonderhanddoekjes tegen het zweet (van die handdoekjes die schoonspringers ook hebben) bereikte we de top. Even genoten van het prachtige uitzicht, want het was weer een mooie dag en daarna maar weer naar beneden gesjokt. Mama en ik weer op de tandem gestapt die we gratis bij het hotel konden lenen en papa op zijn eigen fiets gingen we als echte Nederlanders op weg naar het tweede punt op de agenda. Je had daar namelijk een grot waar je naar binnen kon waar ze een modderpoel en heet waterbronnen hadden. Even nog lekker ontspannen dus. De grootste lol natuurlijk gehad in het modderbad, omdat je daar niks anders kon doen dan drijven door de hoge concentratie modder in het water. Natuurlijk zijn we in China en daar worden nou helemaal een hoop foto’s gemaakt dus hadden we ook nog een hele fotoshoot terwijl we eruit zagen als…als mensen die onder de modder zaten. Daarna het helse karwei om alle modder van je af te krijgen, maar we werden nog beloond door twee heerlijke warmwaterbronnen. In de grot is er een constante temperatuur van 20 graden dus het was een verlichting om even uit de stikkende hitte van buiten te kunnen ontsnappen en de koelte van de grot in te kunnen vluchten. Er was ook nog een soort natuurlijke tunnel in de grot waar je tijgerend doorheen kon kruipen als je wilde om zo een kortere weg te nemen. ‘Rebirth hole’ noemde ze het, omdat je er als herboren uit zou komen. Nou voelden we allemaal niet zo de behoefte om herboren te worden, ik zag mezelf al een paniekaanval hebben midden in de tunnel, en toen ik een man er aan de andere kant uit zag komen met een lijkbleek gezicht, was ik blij dat ik gewoon was blijven lopen.

Daarna weer heerlijk ontspannen en gezwommen en op tijd naar bed gegaan, omdat we de volgende dag om half zes al klaar moesten staan om onze binnenlandse vlucht naar Xi’an te halen. Nog wat moeten spelen met het gewicht van de koffers, omdat bij je bij binnenlandse vluchten in China maar 20 kilo ruimbagage mag hebben en 5 kilo handbagage in plaats van de 23 en 9 kilo bij KLM. Nou bleek de prijs voor overgewicht in China niet zo heel duur te zijn, maar toch onhandig. Peter hielp ons op het vliegveld met inchecken, maar zoals alle vliegvelden waar ik tot nu toe ben geweest, is alles ook duidelijk in het Engels aangegeven dus dat verliep allemaal zonder problemen. Toen wachten op het vliegveld die ons van het zuiden naar het noorden van China zou brengen, een ongeveer twee uur durende vlucht waarna we in een heel ander deel van het land uit zouden komen met een ander klimaat en andere mensen. Beijing begon toch wel heel dichtbij te komen.

Reacties

Reacties

Oom Andries

Het is schitterend reis verhaal en je, je eigen omgeving uitschakel beleef je het mee, zeker die 800 treden omhoog.
Woutje wordt je niet ontzettend moe van alle indrukken die tot nu opgedaan hebt?
Kijk naar je volgende verhaal uit.
Hartelijke groeten, oom Andries

Marlies Koks

Heftig, al die 'terug naar de natuur'-zaken. Je schrijft gemakkelijk dus de lezer wordt meegenomen in jullie bezigheden!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!